Macro Economische Verkenning (MEV) 2020 (Septemberraming)
Gure wind uit het buitenland drukt groei in 2020
De economische groei en de koopkrachtstijging zijn hoger dan de in augustus gepubliceerde voorlopige raming (cMEV). Dit komt doordat de besluitvorming van het kabinet is verwerkt. De economische groei in 2020 is opwaarts bijgesteld met 0,1%-punt en de koopkrachtstijging is door de extra lastenverlichting opwaarts bijgesteld met in doorsnee 0,9%-punt.
De beschouwing in de Macro Economische Verkenning gaat in op wat de huidige lage rentes betekenen voor het begrotingsbeleid. Laura van Geest, directeur CPB: “De staatsschuld is op orde, de rente is uitzonderlijk laag. Daarmee is er ruimte voor tijdelijke, toegespitste uitgaven voor publieke investeringen of transitiekosten. Dat veronderstelt dan wel discipline van het kabinet om het daarbij te laten.”
2018 | 2019 | 2020 | |
Bbp-groei terug naar 1,5% | 2,6 | 1,8 | 1,5 |
Werkloosheid op laagste punt in 2019 | 3,8 | 3,4 | 3,5 |
Inflatie omlaag in 2020 | 1,6 | 2,6 | 1,3 |
Hogere contractloonstijging houdt aan | 2,0 | 2,5 | 2,5 |
Koopkrachtstijging houdt aan in 2020 | 0,2 | 1,2 | 2,1 |
Overschot op overheidsbegroting wordt kleiner | 1,5 | 1,2 | 0,3 |
De arbeidsmarkt blijft krap. De afzwakking van de productiegroei komt dit jaar tot uitdrukking in de zwakke ontwikkeling van de arbeidsproductiviteit. In 2020 zakt de werkgelegenheidsgroei in bij een aanhoudende stijging van het arbeidsaanbod. Dit leidt ertoe dat er een einde komt aan de daling van de werkloosheid.
De niet-geringe neerwaartse risico’s voor de economie zijn verder toegenomen. Het Amerikaanse handelsbeleid plus de reacties daarop, de toegenomen kans op een chaotische Brexit en de politieke ontwikkelingen in Italië zijn belangrijke bedreigingen voor de Nederlandse economie.
De kerngegevens staan hier. Voor de gedetailleerde koopkrachtcijfers, zie de downloads hieronder: de koopkrachtcijfers nieuwe presentatie, de koopkrachtcijfers oude presentatie en de uitleg over deze aanpassing.
Lees de algemene uitleg van de koopkrachtpresentaties van het CPB.
Mogelijke vragen en antwoorden:
Wat staat er in de Macro Economische Verkenning 2020 over de pensioenen?
De MEV is gebaseerd op de stand van de rentes en de aandelenkoersen van eind juni. Volgens die informatie is er volgend jaar nauwelijks ruimte voor indexering van pensioenen en pensioenafspraken en zijn er al enkele pensioenfondsen die een nominale korting moeten doorvoeren. Daarna zijn de rentes verder gedaald. Indien dit zo blijft, kan dat ertoe leiden dat ongeveer de helft van de gepensioneerden volgend jaar geconfronteerd wordt met een pensioenkorting. Doordat kortingen over tien jaar kunnen worden uitgesmeerd, zal in 2020 de omvang van de korting in de meeste gevallen klein zijn.
Wat betekenen de aanslagen op de Saoedische olie-installaties voor de economische vooruitzichten?
Gisteren steeg de olieprijs 12%. Het is onzeker hoe snel de Saoedische productie hersteld gaat worden en daarmee onzeker hoe lang de hogere olieprijs aanhoudt. Een aanhoudend hogere olieprijs heeft een negatief effect op de wereldeconomie en daarmee op de Nederlandse economie. Een tekstkader in het Centraal Economisch Plan 2014 geeft een indruk van de mogelijke macro-economische gevolgen. Een stijging van de olieprijs met 10% heeft een negatief effect op het Nederlandse bbp van circa 0,5% na twee jaar en een opwaarts effect op de inflatie van circa 0,3%. Gezien de structurele veranderingen in de energiemarkt sinds 2014 dienen deze effecten met meer dan de gebruikelijke voorzichtigheid geïnterpreteerd te worden.
Downloads
Na een periode van hoge economische groei valt de groei dit en komend jaar wat terug. Dit past bij de rijpere fase van de conjunctuur waar onze economie zich nu in bevindt. Met een historisch lage werkloosheid en juist veel vacatures is de krapte op de arbeidsmarkt een van de knelpunten voor economische groei. Daarnaast zijn er belangrijke internationale risico’s voor onze economie. De Brexit, de verhouding tussen de VS en China en de zorgen over de Italiaanse overheidsfinanciën leiden tot veel onzekerheid. Het wordt een spannend najaar voor Nederland en Europa.
Tekstkaders in MEV 2020
- Schuld zonder boete(n)?
- Onzekerheid rondom de raming
- Grenzen in zicht voor de ECB?
- Wie betaalt de hogere btw?
- Recordsurplus lopende rekening
- Zeventig jaar conjunctuurgolven
- Werkloosheid voorspellen met machine learning
- Dalende rente en beurskoersen
- Gevolgen van de Brexit: opties
- China en de Nederlandse uitvoer
- Begrotingsregels voor uitgaven in een notendop
- Effect komst kinderen op inkomen
- Aanpassing presentatie koopkrachtramingen van het CPB
Fan Charts September 2019
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de MEV2020-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.
De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2014-2018) en de MEV2020-puntvoorspellingen voor 2019 en 2020. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:
- 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
- 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
- 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied
De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.
Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument
Downloads
Auteurs
Bij iedere budgettaire raming geeft het CPB een afzonderlijke inschatting van de onzekerheid. Tabellen 2.1 en 2.2 geven een overzicht van alle gecertificeerde maatregelen. In paragraaf 2 wordt de certificering van enkele specifieke ramingen toegelicht. Datzelfde geldt voor de certificering van de onzekerheidsanalyse.
Downloads
Auteurs
Voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de Participatiewet ontvangen gemeenten een budget. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van een raming voor het aantal uitkeringsgerechtigden en de gemiddelde hoogte van een uitkering. Het CPB publiceert ramingen van het aantal bijstandsuitkeringen in het lopende en komende jaar in het Centraal Economisch Plan (CEP) in maart en in de Macro Economische Verkenning (MEV) in september. Het uitgangspunt in de raming is de ramingsregel die het verband weergeeft tussen mutaties in de werkloze beroepsbevolking (WBB) en de mutatie in de bijstand.
Downloads
Auteurs
De invloed van multinationals op het overschot is vermoedelijk kleiner dan eerder gedacht. Er zijn nu meerdere aanwijzingen dat het MKB een belangrijke bijdrage levert aan het spaaroverschot van Nederlandse bedrijven. Ingehouden winsten van Nederlandse multinationals die in handen zijn van buitenlandse aandeelhouders worden onterecht tot de Nederlandse besparingen gerekend, en vertekenen daarmee het hoge overschot. Echter, het omgekeerde is het geval bij pensioenfondsen, die juist veel beleggen in buitenlandse bedrijven.
Meetproblemen en winstverschuivingen bemoeilijken de beoordeling van de Nederlandse lopende rekening. De verstorende effecten van zaken als ingehouden winsten, zetelverplaatsingen of verplaatsing van intellectueel eigendom lijken tot nu toe beperkt.
Downloads
Auteurs
Het werkloosheidspercentage is een belangrijke arbeidsmarkindicator in de ramingen van het CPB. Het doel van dit onderzoek was om een model te ontwikkelen dat de kortetermijnwerkloosheidsraming (tot 24 maanden vooruit) kan verbeteren. Uit internationaal onderzoek blijkt dat werkloosheid goed kan worden voorspeld met machine learning -technieken. Dit is een vorm van data science, waarbij een algoritme patronen leert herkennen in een dataset.
Downloads
Auteurs
De lastenontwikkeling wordt gerapporteerd op basis van de CPB-indicator: de beleidsmatige lastenontwikkeling (BLO) op EMU-basis. Een beleidsmutatie is een aanpassing van belasting- en premietarieven of een beleidsmatige aanpassing van de grondslag van belastingen en premies. De BLO-indicator is op EMU-basis om zo goed mogelijk bij de Nationale rekeningen van het CBS aan te sluiten. De aansluiting van de cijfers in dit achtergronddocument is op basis van de MEV 2020.
Downloads
Auteurs
Het CPB deed onderzoek naar de determinanten van de arbeidsparticipatie van vrouwen op lange termijn, het effect van ouderschap op het inkomen en de collectieve baten van economische zelfstandigheid.
De mogelijkheden om met afzonderlijke beleidsmaatregelen vrouwen meer te laten werken zijn beperkt. Het bestaande belastingstelsel belast individuele inkomens; dit stimuleert vrouwen om meer te werken dan bij een belastingstelsel dat het huishoudinkomen belast. Een hogere kinderopvangtoeslag zet moeders in ieder geval op korte termijn ook aan om meer te werken. De kosten van kinderopvang worden in Nederland al voor een belangrijk deel gesubsidieerd via de kinderopvangtoeslag, zeker voor huishoudens met een relatief laag inkomen. Het betaald ouderschapsverlof is in Nederland relatief kort. Langer betaald ouderschapsverlof heeft vooral effect op de arbeid- en zorgverdeling tussen vaders en moeders vlak na de geboorte. Naarmate het kind ouder wordt blijft er een effect op de zorgverdeling tussen vaders en moeders, het effect op de arbeidsverdeling lijkt echter niet blijvend.
Het onderzoek vond plaats op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en het Interdepartementaal Beleidsonderzoek Deeltijdwerk.
Downloads
Auteurs
Downloads
Kerngegevenstabel 2017-2020, 17 september 2019
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) | 5,1 | 3,2 | 1,9 | 1,9 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) | 2,2 | 0,2 | 0,9 | 1,2 |
Olieprijs (dollars per vat) | 54,3 | 70,9 | 64,9 | 61,3 |
Eurokoers (dollar per euro) | 1,13 | 1,18 | 1,13 | 1,12 |
Lange rente Nederland (niveau in %) | 0,5 | 0,6 | 0,1 | 0,0 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) | 2,9 | 2,6 | 1,8 | 1,5 |
Consumptie huishoudens (%) | 2,1 | 2,3 | 1,5 | 1,9 |
Consumptie overheid (%) | 0,9 | 1,6 | 2,2 | 2,9 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) | 4,2 | 2,2 | 4,8 | 2,3 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) | 6,5 | 3,7 | 2,3 | 1,9 |
Invoer van goederen en diensten (%) | 6,2 | 3,3 | 3,1 | 2,9 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||
Prijs bruto binnenlands product (%) | 1,3 | 2,2 | 2,5 | 1,5 | |
Uitvoerprijs goederen en diensten (exclusief energie, %) | 1,3 | 1,0 | 0,8 | 1,0 | |
Prijs goedereninvoer (%) | 3,6 | 2,7 | -0,6 | 0,1 | |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) | 1,3 | 1,6 | 2,6 | 1,3 | |
Loonvoet bedrijven (per uur, %) | 0,9 | 1,8 | 3,1 | 3,0 | |
Contractloon bedrijven (%) | 1,5 | 2,0 | 2,5 | 2,5 | |
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) | 0,3 | 0,2 | 1,2 | 2,1 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Beroepsbevolking (%) | 0,8 | 1,2 | 1,4 | 1,0 |
Werkzame beroepsbevolking (%) | 2,1 | 2,3 | 1,9 | 0,9 |
Werkloze beroepsbevolking (in duizend personen) | 438 | 350 | 310 | 325 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) | 4,9 | 3,8 | 3,4 | 3,5 |
Werkgelegenheid (in uren, %) | 2,0 | 2,2 | 2,1 | 0,8 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) (a) | 73,3 | 73,1 | 74,3 | 74,9 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) | 0,9 | 0,6 | -0,1 | 0,8 |
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) | 3,0 | 2,8 | 3,2 | 4,0 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) | 10,8 | 11,2 | 9,6 | 8,7 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
EMU-saldo (% bbp) | 1,3 | 1,5 | 1,2 | 0,3 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) | 56,9 | 52,4 | 49,3 | 47,6 |
Collectieve lasten (% bbp) | 38,6 | 38,7 | 39,2 | 38,8 |
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) | 42,9 | 42,5 | 42,3 | 42,9 |
Aanvullende kerngegevens 2017-2020
2017 | 2017 | 2018 | 2019 | |
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) | 2,2 | 3,1 | 7,5 | 2,1 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) | 12,3 | 7,0 | 3,6 | 2,7 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) | 5,7 | 3,1 | -0,4 | 1,4 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) | 8,3 | 5,1 | 4,7 | 2,8 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | ||
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) | 1,4 | 1,7 | 2,6 | 1,5 | |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) | 1,4 | 1,4 | 1,5 | 1,6 | |
Loonvoet sector overheid (%) | 3,0 | 2,6 | 3,2 | 2,8 | |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) | 0,9 | 2,6 | 3,4 | 2,5 | |
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) (a) | 1,3 | 2,2 | 1,5 | 1,6 | |
Prijs intermediair verbruik (%) | 1,7 | 2,7 | 2,5 | 2,7 | |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) | 1,3 | 2,1 | 2,0 | 1,3 | |
Prijs nationale bestedingen (%) | 1,3 | 2,4 | 2,6 | 1,7 | |
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) | 1,2 | 1,8 | 2,0 | 1,5 | |
Contractloon marktsector (%) | 1,6 | 2,0 | 2,4 | 2,5 |
2017 | 2018 | 2019 | 2020 | |
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) | 738,1 | 774,0 | 808,0 | 832,8 |
Bevolking (in duizenden personen) | 17131 | 17233 | 17330 | 17420 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) | 9017 | 9125 | 9250 | 9345 |
Werkloze beroepsbevolking, nationale definitie (in duizenden personen) | 471 | 386 | 345 | 360 |
Werkloze beroepsbevolking, nationale definitie (in % beroepsbevolking) | 5,9 | 4,8 | 4,2 | 4,4 |
Bruto modaal inkomen (euro) | 34000 | 34500 | 35500 | 36500 |
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) | 0,5 | 0,7 | 0,3 | -0,4 |
(a) Onlangs heeft er een review plaatsgevonden van de berekening van de IMOC, waarop het CBS, in overleg met andere betrokkenen, de berekening van de IMOC op een aantal punten conceptueel heeft gewijzigd. Deze wijzingen zijn doorgevoerd in de hier gepubliceerde IMOC. Op de website van het CBS staat meer informatie over de IMOC-aanpassing.