16 september 2014

Macro Economische Verkenning (MEV) 2015

CPB: herstel economie blijft broos, koopkracht stijgt

Persbericht
Het Centraal Planbureau (CPB) heeft vandaag de Macro Economische Verkenning 2015 gepubliceerd. De Nederlandse economie groeit dit en volgend jaar met respectievelijk ¾% en 1¼%. De koopkracht neemt dit jaar met 1½% toe en volgend jaar met ½%.

De kleine groeiversnelling van de Nederlandse economie in 2015 is vooral het gevolg van de grotere consumptie van huishoudens en het aantrekken van de investeringen door bedrijven.. Maar net als in de afgelopen jaren draagt de uitvoer ook in 2015 het meeste bij aan de bbp-groei. De werkgelegenheid groeit volgend jaar licht en de werkloosheid daalt enigszins naar 6¾%. De inflatie blijft laag: 1% dit jaar en 1¼% volgend jaar. Het overheidstekort komt op 2,6% in 2014, om volgend jaar af te nemen tot 2,2% bbp. Deze daling komt vooral door tekortreducerende maatregelen in de zorg en het openbaar bestuur. De overheidsschuld loopt echter verder op tot 70,2% bbp in 2015.

Na vier jaar daling wordt nu een toename van de mediane koopkracht (1½%) verwacht. Volgend jaar verbetert de koopkracht van het mediane huishouden met ½%. Ten behoeve van een betere duiding van de traditionele ‘puntenwolken’ van de koopkracht introduceert het CPB drie lijnen in de zes plaatjes die altijd worden gepresenteerd. Een middelste lijn, die de mediane koopkracht per inkomensniveau weergeeft. Daarnaast een bovenste en onderste lijn. Deze geven de boven- en ondergrens aan waarbinnen de koopkracht zich bevindt van 90% van de huishoudens op een bepaald inkomensniveau.

De belangrijkste negatieve onzekerheden komen uit het buitenland. De geopolitieke spanningen op diverse plekken in de wereld vormen een risico voor de wereldeconomie. Bij een verdere escalatie van het conflict rond Oekraïne zou de Nederlandse bbp-groei ¼% tot ½% lager kunnen uitkomen. In deze raming is ervan uitgegaan dat er geen escalatie plaatsvindt en dat de relevante wereldhandel dit jaar met 2½% en volgend jaar met 4½% toeneemt.

In de Macro Economische Verkenning 2015 is er ook aandacht voor het oplossen van de doorsneeproblematiek voor een toekomstbestendig pensioenstelsel. Het stelsel wordt daarmee doelmatiger en beter ingericht op de veranderende arbeidsmarkt. Daarbij worden de transitiekosten van deze overgang in perspectief geplaatst en blijkt dat deze zeker niet groter zijn dan de transitiekosten van het afschaffen van de VUT.

Ga direct naar de cijfers.

Lees ook het bijbehorende persbericht of ga direct naar de cijfers.

Gerelateerde raming en publicatie:

In de cijfers is de CBS-revisie van de Nationale rekeningen over 2010 verwerkt. De cijfers voor 2010-2013 zijn volledig gebaseerd op CBS-informatie na revisie zoals deze in juni 2014 op StatLine zijn gepubliceerd. De cijfers voor 2001-2009 zijn gebaseerd op CBS-informatie na revisie voor zover beschikbaar, aangevuld met CPB-interpolaties  en door het CPB gemaakte inschattingen met behulp van ontwikkelingen van vóór de revisie. Alle cijfers voor 2001 dateren van vóór de revisie 2010.

Downloads

16 september 2014

Raming van het bijstandsvolume in de MEV 2015

In de MEV 2015 raamt het CPB het gemiddelde aantal bijstandsuitkeringen aan personen jonger dan 65 jaar in 2014 op 370.000. Dit is een toename van 22.000 uitkeringen ten opzichte van het gerealiseerde volume in 2013. De toename wordt bijna volledig veroorzaakt door de ontwikkeling van de werkloosheid.
No title

Beleidsmaatregelen hebben een beperkt opwaarts effect. Naar verwachting stijgt het aantal bijstandsuitkeringen in 2015 verder naar 377.000. De werkloosheid zal naar verwachting beperkt dalen in 2015, maar beleidseffecten veroorzaken een verdere toename van het bijstandsvolume.

Lees ook de Macro Economische Verkenning (MEV) 2015.

De Wet Werk en Bijstand (WWB) bepaalt dat gemeenten een eigen budget krijgen voor de uitvoering van de bijstand. Het ministerie van SZW informeert gemeenten drie keer per jaar over de hoogte van het macrobudget: in september van het voorgaande jaar over het voorlopige budget, in juni/juli van het lopende jaar over het nader voorlopige budget en in september van het lopende jaar over het definitieve budget. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van een raming voor het aantal bijstandsgerechtigden en de gemiddelde hoogte van een uitkering.

Het CPB publiceert ramingen van het aantal bijstandsgerechtigden in het lopende en komende jaar in het Centraal Economisch Plan (CEP) in maart en in de Macro Economische Verkenning (MEV) in september. Het uitgangspunt in de raming is de ramingsregel die het verband weergeeft tussen mutaties in de werkloze beroepsbevolking (WBB) en de mutatie in de bijstand.

Auteurs

Krista Hoekstra
16 september 2014

Kortetermijnraming september 2014

De Nederlandse economie groeit dit en volgend jaar met respectievelijk ¾% en 1¼%. De koopkracht neemt dit jaar met 1½% toe en volgend jaar met ½%. Dit is de derde raming gepubliceerd in 2014.

Conclusies

Lees ook het bijbehorende persbericht.

Kerngegevenstabel 2012-2015, MEV 2015

Internationale economie
  2012 2013 2014 2015
Relevante wereldhandel (%)

0,7

1,7

2 1/2

4 1/2

Concurrentenprijs (%)

4,1

-2,1

-1

1

Olieprijs (Brent, niveau
in dollars per vat)

111,7

108,7

108

107

Eurokoers (dollar per euro)

1,28

1,33

1,36

1,35

Lange rente Nederland
(niveau in %)

1,9

2,0

1,7

1,8

Volume bbp en bestedingen
  2012 2013 2014 2015
Bruto binnenlands product
(bbp, economische groei, %)

-1,7

-0,7

3/4

1 1/4

Consumptie huishoudens (%)

-1,4

-1,6

0

1

Consumptie overheid (%)

-1,6

-0,2

-3/4

0

Investeringen
(inclusief voorraden, %)

-5,8

-4,9

2 3/4

3 1/4

Uitvoer van goederen
en diensten (%)

3,2

2,0

3 1/4

3 3/4

Invoer van goederen
en diensten (%)

2,8

0,8

3

3 3/4

Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
Prijs bruto binnenlands product
(%)

1,3

1,0

1/2

1 1/4

Uitvoerprijs binnenslands
geproduceerde goederen
(exlusief energie, %)

1,8

-0,2

-3/4

3/4

Prijs goedereninvoer (%)

3,4

-1,5

-1 3/4

3/4

Inflatie (nationale
consumentenprijsindex,
CPI, %)

2,5

2,5

1

1 1/4

Contractloon marktsector (%)

1,6

1,2

1 1/4

1 1/2

Koopkracht, statisch, mediaan,
alle huishoudens (%)

-2,1

-1,4

1 1/2

1/2

Arbeidsmarkt
  2012 2013 2014 2015
Beroepsbevolking (%)

1,5

0,8

-1/2

1/4

Werkzame beroepsbevolking
(%)

0,6

-0,7

-3/4

1/2

Werkloze beroepsbevolking
(in duizend personen)

469

600

620

605

Werkloze beroepsbevolking
(niveau in % beroepsbevolking)

5,3

6,7

7

6 3/4

Marktsector (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
Productie (%)

-1,9

-0,9

1 1/2

1 1/2

Arbeidsproductiviteit
(per arbeidsjaar, %)

-1,3

0,6

2

1 1/4

Werkgelegenheid
(in arbeidsjaren, %)

-0,6

-1,5

-1/2

1/4

Loonvoet (%)

2,3

2,6

3

1 1/4

Arbeidsinkomensquote
(niveau in %)

79,5

81,4

81 3/4

81

Overig
  2012 2013 2014 2015
Individuele spaarquote (niveau
in % beschikbaar inkomen)

0,0

0,6

2 1/4

2 1/4

Saldo lopende rekening
(niveau in % bbp)

8,8

8,5

8 1/2

8 3/4

Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
EMU-saldo (% bbp) -4,0

-2,3

-2,6

-2,2

EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp)

66,5

68,6

69,7

70,2

Collectieve lasten (% bbp)

36,3

37,2

38,1

37,7

Aanvullende kerngegevens 2012-2015

Investeringen en uitvoer
  2012 2013 2014 2015
Bruto investeringen
bedrijvensector
(exclusief woningen %)

-4,9

-2,5

2 1/2

5 1/2

Investeringen bedrijven
in woningen (%)

-8,1

-9,2

3

3

Uitvoer van binnenslands
geproduceerde goederen
(exclusief energie, %)

1,7

0,5

5 1/2

4 1/4

Wederuitvoer goederen
(exclusief energie, %)

2,0

1,5

4 3/4

4

Prijzen,overheid en HICP (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
Geharmoniseeerde consumenten
prijsindex (HICP, %)

2,8

2,6

1/2

1

Afgeleide inflatie (CPI, %)

2,1

1,3

3/4

1

Loonvoet sector overheid (%)

3,0

0,6

2

1 3/4

Prijs overheidsconsumptie,
beloning werknemers (%)

1,9

-0,1

1 3/4

1 1/2

Prijs overheidsconsumptie,
netto materieel (IMOC, %)

1,6

0,7

1 1/4

1 1/4

Prijs intermediair verbruik (%)

1,7

0,9

1/2

2

Prijs bruto overheids-
investeringen (IBOI, %)

0,6

0,4

1

1

Prijs nationale bestedingen (%)

1,5

0,9

1

1

Prijs toegevoegde waarde
marktsector (%)

1,6

0,0

1/4

1/2

Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2012 2013 2014 2015
Bruto binnenlands product
(bbp, in miljarden euro's)

640,6

642,8

650

667

Bevolking
(in duizenden personen)

16755

16804

16855

16905

Beroepsbevolking
(in duizenden personen)

8878

8946

8890

8920

Werkloze beroepsbevolking
nationale definitie
(in duizenden personen)

507

656

665

655

Werkloze beroepsbevolking
nationale definitie
(niveau in % beroepsbevolking)

6,4

8,3

8 1/2

8 1/4

Bruto modaal inkomen (euro)

33000

34500

35000

35500

In de cijfers is de CBS-revisie Nationale Rekeningen over 2010 verwerkt.

Zowel de loonvoet marktsector, de arbeidsinkomensquote, als de individuele spaarquote is in 2014 en 2015 opwaarts vertekend vanwege de maatregel waarin het gebruik van stamrecht-bv's wordt beperkt. Ontslagvergoedingen worden direct aan de betrokkenen uitbetaald, in plaats van dat deze in een bv worden ondergebracht. Ontslagvergoedingen worden sinds de revisie geboekt als sociale lasten van werkgevers. De maatregel betekent een eenmalige boekhoudkundige stijging van de sociale lasten in 2014, wat een opwaarts effect heeft op de loonvoetontwikkeling in de marktsector van ruim 0,5%-punt.

Economische groei in Nederland, 2008-2015

Deze grafiek toont de groei van het Bruto Binnenlands Product in Nederland van 2008 t/m 2015

naar boven 

Gerelateerde publicaties

naar boven