29 februari 2024
CPB Column - Jeroen Hinloopen

Harry Potter woont niet in Den Haag

Photo of Jeroen Hinloopen
Economische groei en criminaliteit zijn negatief met elkaar verbonden: als de een stijgt, daalt de ander, en andersom. Want bij gunstige economische ontwikkelingen hebben potentiële criminelen meer kans om op een legale manier in hun levensonderhoud te voorzien. En tegelijkertijd wordt economische activiteit geremd door de algemene onzekerheid als gevolg van criminaliteit. Recent onderzoek laat bijvoorbeeld zien dat startups zich bij voorkeur vestigen in regio’s met de minste corruptie.
Jeroen Hinloopen
onderdirecteur bij het Centraal Planbureau
Photo of Jeroen Hinloopen

(zie: https://link.springer.com/article/10.1007/s11187-023-00783-1). 

Betekent dit nu dat extra investeringen in criminaliteitsbestrijding tot extra economische groei leiden? Nee, zo eenvoudig ligt dat niet. Economische groei is het resultaat van een groot aantal factoren die op elkaar inwerken. Een goed functionerende rechtstaat draagt hieraan zeker bij. Maar dat doet een goed functionerende arbeidsmarkt ook. Net zoals bijvoorbeeld een goed onderwijssysteem en een goed zorgstelsel dat doen. Kortom: geen enkel onderdeel van een economie is exclusief verantwoordelijk voor economische groei. Een startup komt niet tot ontplooiing  in een omgeving met veel criminaliteit. Maar een startup bloeit ook niet als die niet kan beschikken over voldoende gekwalificeerd personeel vanwege een haperend onderwijssysteem of over voldoende kapitaal omdat de kapitaalmarkt niet is ontwikkeld.

Geen directe link

Voor een ontwikkelde economie is het daarom niet goed mogelijk een directe link te leggen tussen extra, specifieke investeringen en extra economische groei. Dit geldt voor allerlei specifieke investeringen, zoals uitgaven aan defensie, zorg, onderwijs, infrastructuur, justitie en innovatie. Het zijn stuk voor stuk essentiële bouwstenen die bijdragen aan het complex van factoren dat uiteindelijk leidt tot economische groei. Maar per stuk kunnen ze niet exclusief verantwoordelijk gehouden worden voor die economische groei. Daar zit de economie simpelweg te ingewikkeld voor in elkaar.

En toch krijgen economen regelmatig het verzoek om modellen te bouwen met magische investeringsknoppen. Knoppen die, als je eraan draait, een specifieke investering doen die zichzelf ruimschoots terugverdient in de vorm van extra economische groei. Magische investeringsknoppen voor innovatie, voor defensie, voor onderwijs, voor preventie, voor, inderdaad, iedere sector met een branchevereniging die voor die sector opkomt. Recent nog, in een advies over investeringen in onderwijs, schrijft de Onderwijsraad: “In de huidige doorrekeningen van het CPB is het niet mogelijk een verband te leggen tussen investeringen in onderwijs en de ontwikkeling van het bbp in de toekomst. Dit terwijl ook het CPB in allerlei onderzoeken laat zien dat investeringen in onderwijs de kans op positieve opbrengsten vergroten.“ 

Onwaarneembaar

Laat duidelijk zijn: modellen met magische investeringsknoppen, die gaat het CPB niet bouwen. Niet omdat we daar technisch niet toe in staat zouden zijn, maar omdat we die magische investeringsknoppen niet waarnemen. En we nemen ze niet waar omdat ze niet bestaan. Het instrumentarium van het CPB is gebaseerd op de economische literatuur; modellen met magische investeringsknoppen horen thuis in het sprookjesboek over economisch wensdenken.

Natuurlijk houden we bij onze analyses genuanceerd rekening met de doorwerking van (des)investeringen op de economische ontwikkeling waarbij we de ontwikkelingen in de economische literatuur op de voet volgen. Maar dat is iets heel anders dan het op verzoek bouwen van modellen met magische investeringsknoppen waarbij specifieke investeringen in, bijvoorbeeld, infrastructuur, zorg of onderwijs direct of op de lange termijn leiden tot extra economische groei. 

Breder perspectief

Wat doet het CPB dan wel? We boeken in wat een investering kost. Want je kunt je geld maar één keer uitgeven. En we berekenen de macro-economische doorwerking ervan volgens de inzichten uit de economische literatuur. Daarnaast zetten we investeringen in een breder perspectief waarbij we verder kijken dan alleen economische opbrengsten. Daarbij werken we ook samen met specialisten uit andere vakgebieden en met andere planbureaus.

Zo hebben we bijvoorbeeld laten zien dat mensen die langer onderwijs genieten minder kans hebben om in de criminaliteit te geraken, terwijl er geen oorzakelijk verband bestaat tussen opleidingsduur en gezondheid. En samen met het PBL hebben we geconcludeerd dat het afschaffen van sommige fossiele subsidies weliswaar direct geld oplevert, maar dat het de omslag naar verdere elektrificatie van ons energieverbruik juist kan bemoeilijken. Nog een voorbeeld: samen met het SCP schatten we de kosten van gratis kinderopvang op 2,5 miljard euro, maar tekenen daarbij aan dat de voorgestelde regeling vooral nadelig uitpakt voor gezinnen met een laag inkomen. Bij de beoordeling van specifieke investeringsvoorstellen voor het Nationaal Groeifonds berekenen wij ook geen bbp-effecten maar beoordelen we of een voorgestelde investering legitiem, effectief en efficiënt is.

Met onze analyses blijven we inzetten op beter onderbouwd beleid. Want we ontkomen er niet aan dat er keuzes gemaakt moeten worden: investeren kost geld en - zoals gezegd - je kunt je geld maar één keer uitgeven. En magische investeringsknoppen? Die komen alleen in sprookjes voor.

 

alle columns en artikelen

Jeroen Hinloopen

onderdirecteur bij het Centraal Planbureau

Neem contact op
Recente CPB columns

alle columns en artikelen