Decemberraming 2017, vooruitzicht 2018
Decemberraming 2017: hoogconjunctuur en expansieve begroting
In 2018 stijgt de werkgelegenheid opnieuw fors met 2%. Omdat het arbeidsaanbod minder snel groeit, daalt de werkloosheid in 2018 verder naar 3,9% van de beroepsbevolking, het laagste niveau in tien jaar. Door de krappe arbeidsmarkt gaan bedrijven meer loon betalen om personeel te kunnen aantrekken of om zittend personeel te kunnen behouden. Door stijgende reële lonen neemt de koopkracht toe. Hogere koopkracht en meer banen betekenen dat huishoudens meer te besteden hebben.
De groeiraming kent zowel opwaartse als neerwaartse risico’s. De economische groei kan hoger uitvallen als huishoudens meer gaan besteden, als de bedrijfsinvesteringen verder stijgen of als de lonen harder stijgen dan nu geraamd. Het laatste is historisch gezien niet onrealistisch. Een neerwaarts risico is juist een lagere loonstijging dan geraamd. Het zeer recente verleden laat immers zien dat ook een aantrekkende economie met een snel verkrappende arbeidsmarkt zich niet direct vertaalt in grotere loonstijgingen. Andere neerwaartse risico’s hangen samen met de overwaardering van activa als gevolg van overvloedige liquiditeit, de Chinese economie en de Brexit. Ook blijft onduidelijk hoe en wanneer de ECB terugkeert naar normaal monetair beleid, nu het aankoopprogramma tot september 2018 blijft doorlopen. De gevolgen van snelle of langzame afbouw zullen waarschijnlijk pas na de ramingsperiode zichtbaar worden. Een te langzame afbouw kan leiden tot oververhitting van de economie, snel oplopende inflatie en financiële zeepbellen terwijl sterk oplopende kapitaalkosten bij snelle afbouw kunnen zorgen voor nieuwe spanningen in het eurogebied. Een laatste onzekerheid betreft de realisatie van extra werkgelegenheid bij de overheid. Het is de vraag of de intensiveringen bij onderwijs en defensie zich in de huidige krappe arbeidsmarkt gemakkelijk laten vertalen naar nieuw geworven personeel. Een tegenvallende werkgelegenheidsgroei bij de overheid heeft een temperend effect op de economie en een gunstig effect op de overheidsbegroting.
Downloads
Fan Charts december 2017
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de December-2017-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.
De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de December-2017-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo. De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2012-2016) en de December-2017-puntvoorspellingen voor 2017 en 2018. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:
- 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
- 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
- 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied
De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.
Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.
Downloads
Contactpersonen
Economische groei in Nederland, 2008-2018
Downloads
Kerngegevenstabel 2015-2018, 20 december 2017
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) |
3,7 |
3,6 |
4,5 |
4,3 |
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) |
8,0 |
-5,1 |
0,3 |
0,8 |
Olieprijs (dollars per vat) |
51,9 |
43,3 |
53,8 |
61,7 |
Eurokoers (dollar per euro) |
1,11 |
1,11 |
1,13 |
1,17 |
Lange rente Nederland (niveau in %) |
0,7 |
0,3 |
0,5 |
0,5 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) |
2,3 |
2,2 |
3,2 |
3,1 |
Consumptie huishoudens (%) |
2,0 |
1,6 |
2,2 |
2,4 |
Consumptie overheid (%) |
-0,2 |
1,2 |
0,8 |
3,0 |
Investeringen (inclusief voorraden, %) |
11,2 |
3,1 |
5,5 |
5,5 |
Uitvoer van goederen en diensten (%) |
6,5 |
4,3 |
5,7 |
4,9 |
Invoer van goederen en diensten (%) |
8,4 |
4,1 |
5,3 |
5,5 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Prijs bruto binnenlands product (%) |
0,8 |
0,6 |
1,0 |
1,7 |
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) |
1,5 |
-0,9 |
1,2 |
0,8 |
Prijs goedereninvoer (%) |
-5,4 |
-4,4 |
4,8 |
1,8 |
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) |
0,2 |
0,1 |
1,3 |
1,5 |
Loonvoet bedrijven (per uur, %) |
-0,2 |
0,6 |
1,6 |
2,9 |
Contractloon bedrijven (%) |
1,2 |
1,5 |
1,6 |
2,2 |
Koopkracht, statisch, mediaan, alle huishoudens (%) |
1,0 |
2,6 |
0,3 |
0,6 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Beroepsbevolking (%) |
0,4 |
0,4 |
0,9 |
1,1 |
Werkzame beroepsbevolking (%) |
1,0 |
1,3 |
2,1 |
2,1 |
Werkloze beroepsbevolking (in duizend personen) |
614 |
538 |
440 |
360 |
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) |
6,9 |
6,0 |
4,9 |
3,9 |
Werkgelegenheid (in uren, %) |
0,6 |
2,0 |
2,1 |
2,0 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) (a) |
72,2 |
72,9 |
72,4 |
72,6 |
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) |
1,5 |
0,4 |
1,2 |
1,2 |
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) |
-0,4 |
0,3 |
0,0 |
0,3 |
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) |
8,3 |
8,7 |
8,6 |
8,3 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
EMU-saldo (% bbp) |
-2,1 |
0,4 |
0,5 |
0,5 |
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) |
64,6 |
61,8 |
56,6 |
53,1 |
Collectieve lasten (% bbp) |
37,3 |
38,7 |
38,9 |
38,9 |
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) |
45,2 |
43,8 |
43,0 |
42,7 |
Aanvullende kerngegevens 2015-2018
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen %) |
10,0 |
3,0 |
6,3 |
5,4 |
Investeringen bedrijven in woningen (%) |
20,9 |
19,0 |
11,4 |
5,7 |
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) |
4,4 |
4,4 |
5,8 |
4,9 |
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) |
6,9 |
5,9 |
8,3 |
6,7 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) |
0,6 |
0,3 |
1,4 |
1,6 |
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) |
0,4 |
0,3 |
1,4 |
1,5 |
Loonvoet sector overheid (%) |
3,2 |
1,6 |
2,9 |
3,0 |
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) |
1,0 |
1,8 |
3,5 |
2,6 |
Prijs overheidsconsumptie, netto materieel (imoc, %) |
0,4 |
0,8 |
1,5 |
1,6 |
Prijs intermediair verbruik (%) |
0,9 |
0,7 |
2,5 |
2,0 |
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) |
-0,3 |
0,3 |
1,0 |
1,5 |
Prijs nationale bestedingen (%) |
0,1 |
0,5 |
1,5 |
1,8 |
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) |
0,9 |
0,2 |
1,0 |
1,7 |
Contractloon marktsector (%) |
1,2 |
1,5 |
1,6 |
2,2 |
2015 | 2016 | 2017 | 2018 | |
---|---|---|---|---|
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) |
683,5 |
702,6 |
732,5 |
768,2 |
Bevolking (in duizenden personen) |
16940 |
17030 |
17135 |
17230 |
Beroepsbevolking (in duizenden personen) |
8907 |
8942 |
9020 |
9115 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) |
680 |
581 |
475 |
400 |
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie niveau, % beroepsbevolking) |
8,6 |
7,3 |
6,0 |
5,0 |
Bruto modaal inkomen (euro) |
35500 |
36000 |
36000 |
37000 |
(a) Het CPB gebruikt met ingang van de MEV 2018 een nieuwe berekening van de arbeidsinkomensquote (AIQ). Deze nieuwe berekeningswijze houdt beter rekening met het arbeidsinkomen van zelfstandigen en sluit daarom beter aan bij de huidige economische realiteit. Hierover is een gezamenlijke notitie van het CBS, CPB en DNB met meer toelichting beschikbaar.