19 december 2012

Kortetermijnraming december 2012

Economie krimpt, begrotingstekort naar 3,3% in 2013

Persbericht
De Nederlandse economie kromp in het derde kwartaal van 2012 met 1% (de sterkste daling sinds 2009) en ook voor het vierde kwartaal is geen groei te verwachten. Dit werkt naar verwachting ook door in de eerste helft van 2013, als gevolg van het geringe consumentenvertrouwen, bezuinigingen en strenge kredietvoorwaarden.

Ga direct naar de cijfers.

Sinds het eerste kwartaal van 2011 is de Nederlandse economie in vier van de zes kwartalen gekrompen en in de overige kwartalen nauwelijks gegroeid. In feite krimpt de Nederlandse economie al anderhalf jaar, pas in de tweede helft van 2013 treedt enig herstel op. Deze verwachting spreekt het Centraal Planbureau vandaag uit in de decemberraming (CPB Policy Brief 2012/07) van de Nederlandse economie, die de jaren 2012 en 2013 omvat.

Naar verwachting krimpt de Nederlandse economie in 2012 met 1% en in 2013 met ½%. Hierdoor loopt de werkloosheid verder op naar 6% in 2013. De krimp van de economie werkt ook door op de overheidsfinanciën. Dit jaar komt het EMU-tekort naar verwachting uit op 3,8% bbp, in 2013 op 3,3%. Ondanks de fors tegenzittende economie verbetert het EMU-saldo, dankzij de omvangrijke bezuinigingen en lastenverhogingen.

De neerwaartse bijstelling van de raming voor het EMU-saldo in 2013 ten opzichte van de Macro Economische Verkenning van afgelopen september is geheel het gevolg van de lagere groeiraming en de daarmee samenhangende neerwaartse bijstelling van de belastinginkomsten.

Het eurogebied is in recessie, met naar verwachting een economische krimp van ½% in 2012 en ¼% in 2013. Ondanks diverse maatregelen die de structurele kracht vergroten, presteert de Nederlandse economie in vergelijking met andere eurolanden teleurstellend. Positief is dat de Europese financiële markten in rustiger vaarwater zijn gekomen.

Conclusies

Lees voor de conclusies het bijbehorende persbericht.

Kerngegevenstabel 2010-2013, raming december 2012

Internationale economie
 2010201120122013
Relevante wereldhandel (%)

11,3

4,0

1/4

2 1/2

Prijspeil goedereninvoer (%)

7,3

4,9

2 3/4

-3/4

Concurrentenprijs (%)

7,9

6,3

2 3/4

-1/2

Olieprijs (Brent, $)

79,5

111,3

112

112

Eurokoers (dollars per euro)

1,33

1,39

1,29

1,30

Lange rente (stand in %)

3,0

2,9

2,0

2,2

Volume bestedingen en buitenlandse handel
 2010201120122013
Bruto binnenlands product
(economische groei, %)

1,6

1,0

-1

-1/2

Bruto binnenlands product
(BBP, in miljarden euro's)

588,7

602,0

604

609

Consumptie huishoudens (%)

0,3

-1,0

-1 1/2

-1 1/2

Overheidsbestedingen (%)

0,3

-0,6

-1

-1/4

Bruto investeringen bedrijven-
sector, excl. woningen (%)
-5,2

10,2

-3 1/4

-3

Uitvoer van goederen,
exclusief energie (%)

13,5

4,3

2 1/2

3

Uitvoer van in Nederland
geproduceerde goederen (%)
9,7

3,8

-1 3/4

1 3/4

Wederuitvoer (%)

17,0

4,7

6 1/4

4

Invoer van goederen (%)

12,2

4,1

2

1 3/4

Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
 2010201120122013
Prijspeil goederenuitvoer,
exclusief energie (%)

4,3

1,4

1/4

-1

Prijsconcurrentiepositie (%)

2,3

0,8

2 1/2

1

Consumentenprijsindex
(CPI), alle huishoudens
2006=100

106,7

109,2

112

115

Inflatie (mutatie CPI),
alle huishoudens (%)

1,3

2,3

2 1/2

2 3/4

Afgeleide inflatie
(CPI), alle huishoudens (%)

1,1

2,2

2

3/4

Prijs bruto binnenlands
product (%)

1,1

1,2

1 1/4

1 1/2

Prijs nationale
bestedingen (%)

1,2

0,8

2

2

Contractloon
marktsector (%)

1,0

1,4

1 3/4

2

Loonvoet marktsector (%)

1,7

2,1

3 1/4

2 1/2

Bruto modaal inkomen
(in euro's)

32500

33000

33000

33000

Koopkracht modaal,
alleenverdiener (%)

-1,2

-1,2

-2 1/4

-1 1/2

Koopkracht, statisch,
mediaan,
alle huishoudens (%)

-0,5

-0,9

-2

-1 1/4

Prijzen overheid (toelichting/begrippen)
 2010201120122013
Loonvoet sector overheid (%)

1,3

0,6

2 1/2

1/2

Prijs overheidsconsumptie
beloning werknemers (%)

0,7

0,5

2

1/4

Prijs overheidsconsumptie,
netto materieel (IMOC) (%)

1,7

1,1

1 1/2

3 1/4

Prijs intermediair verbruik (%)

2,1

1,4

2 1/4

2 1/2

Prijs bruto overheids-
investeringen (IBOI) (%)

2,0

1,0

1 1/2

2

Arbeidsmarkt (internationale definitie 'beroepsbevolking', tenzij anders vermeld)
 2010201120122013
Bevolking (x 1000 pers.)

16615

16693

16755

16820

Beroepsbevolking (15-74)
(x 1000 pers.)

8748

8746

8880

8935

Werkzame beroepsbevolking
(15-74) (x 1000 pers.)

8358

8357

8410

8410

Werkloze beroepsbevolking
(15-74) (x 1000 pers.)

390

389

470

525

Werkzame personen (%)

-0,4

0,7

-1/4

-1/2

Beroepsbevolking
(15-74) (%)

-0,3

0,0

1 1/2

3/4

Werkzame beroeps-
bevolking (15-74) (%)

-1,0

0,0

3/4

0

Werkloze beroeps-
bevolking (% van bb)

4,5

4,4

5 1/4

6

Werkloze beroepsbevolking
volgens nationale
definitie (% van bb)

5,4

5,4

6 1/2

7 1/4

Marktsector (toelichting/begrippen)
 2010201120122013
Productie (%)

1,1

1,4

-2

-1/2

Arbeidsproductiviteit (%)

2,9

1,0

-1 1/2

1

Werkgelegenheid in
arbeidsjaren (%)

-1,8

0,4

-1/2

-1 1/2

Prijs toegevoegde waarde
(%)

2,0

0,3

1 1/4

-1/4

Reële arbeidskosten (%)

-0,3

1,8

2

2 3/4

Arbeidsinkomensquote
(niveau in %)

78,7

78,7

81 3/4

83 1/4

Collectieve sector
 2010201120122013
EMU-saldo (in % BBP)

-5,1

-4,5

-3,8

-3,3

EMU-schuld (in % BBP)

63,1

65,5

71,0

72,9

Collectieve lasten (in % BBP)

38,8

38,4

38,9

40,1

Economische groei in Nederland, 2008-2013

 iguur Economische groei in Nederland, 2008-2013

naar boven 

Gerelateerde publicatie

naar boven