Second opinion bij ‘Verkenning Maatschappelijke Kosten en Baten van De Olympische Spelen en Paralympische Spelen 2028 in Nederland’
De minister van VWS heeft aan Rebel en Arup gevraagd een evaluatie-instrument te ontwikkelen waarmee de kosten en baten van de, mogelijk in Nederland te houden, Olympische en Paralympische Spelen van 2028 kunnen worden geëvalueerd. Het rapport ‘Verkenning Maatschappelijke Kosten en Baten van Olympische en Paralympische Spelen 2028 in Nederland’ doet verslag van de eerste toepassing van het instrument.
Aan de drie Planbureaus is gevraagd om over het rapport van Rebel en Arup een (beknopte) second opinion te geven. Deze notitie is hiervan de uitwerking. De centrale vraag waarop in de second opinion is ingegaan luidt: ‘In hoeverre geeft het rapport van Rebel en Arup inzicht in de kosten en baten van de Spelen in 2028?’
De belangrijkste conclusie is dat het evaluatie-instrument in de ogen van de Planbureaus, op systematische en methodologisch correcte wijze uitgevoerd is. De Planbureaus plaatsen wel enige kanttekeningen bij de empirische uitwerking. Zo blijven in de toepassing van het instrument de risico’s die verbonden zijn aan de voor de Olympische Spelen benodigde transportinfrastructuur onderbelicht. Verder ontbreekt een opstelling van de kosten en de baten die ten laste van overheden zullen komen. Voor de maatschappelijke discussie over de Spelen is een nadere uitwerking van de overheidsrekening van groot belang. Veel van de noodzakelijke infrastructurele kosten zullen door de overheid gemaakt moeten worden. De baten zullen veelal bij private partijen terecht komen. Ook is de onderbouwing van belangrijke kostenposten, bijvoorbeeld die voor veiligheid, soms uiterst summier. De niet-gemonetariseerde, zogeheten ‘Olympische Effecten’ zijn eveneens nog weinig onderbouwd. Het is niet vanzelfsprekend dat het saldo van de ‘Olympische Effecten’ positief zal zijn en, als dat wel het geval is, of het groot genoeg is om een eventueel tekort uit de andere posten te compenseren. Verder onderzoek zal dit moeten uitwijzen. Deze en andere toevoegingen kunnen de besluitvorming over de eventuele organisatie van de Olympische Spelen verder ondersteunen.