Over de top
Geen extra belastinginkomsten door hoger toptarief
Dat concluderen onderzoekers Bas Jacobs, Egbert Jongen en Floris Zoutman in de vandaag verschenen CPB Policy Brief 2013/04 ‘Over de top’. Deze publicatie verschijnt tegelijkertijd met de CPB Lecture 2013, uitgesproken door professor Emmanuel Saez (Berkeley), met als onderwerp ‘Topinkomens en toptarieven’.
Een hoger toptarief heeft twee, tegengestelde effecten op de belastinginkomsten. Enerzijds leidt een hoger toptarief bij een gegeven belastinggrondslag direct tot meer belastinginkomsten. Anderzijds leidt een hoger toptarief indirect tot minder belastinginkomsten omdat de belastinggrondslag hierdoor krimpt. Er is een toptarief waarbij de opbrengst maximaal is.
De onderzoekers berekenen dat het opbrengstmaximaliserende toptarief in Nederland ongeveer 49% is. Het huidige toptarief is met 52% al hoger dan het opbrengstmaximaliserende toptarief. Een verdere verhoging ervan levert dan niet meer, maar juist minder belastingopbrengst op. Dat geldt ook als het toptarief zou worden verhoogd vanaf een inkomen van 150.000 euro.
Het opbrengstmaximaliserende toptarief is in Nederland relatief laag. Dat komt door de relatief lage inkomensconcentratie van topinkomens in Nederland, na Denemarken de laagste ter wereld. De directe belastinginkomsten van een hoger toptarief zijn daarom relatief laag in Nederland. Nederland is een middenmoter wat betreft de krimp van de belastinggrondslag door een hoger toptarief.
Bij de CPB Policy Brief 'Over de top' verschijnen twee achtergronddocumenten (‘Meer over de top’ en ‘Estimating the Elasticity of Taxable Income in the Netherlands’) met aanvullende wetenschappelijke verantwoording.
Lees ook het bijbehorende persbericht.
In binnen- en buitenland is op dit moment veel discussie over topinkomens en toptarieven in de loon- en inkomstenbelasting. De roep om een hoger toptarief wordt gevoed door een sterke toename van het inkomensaandeel van de top, vooral in Angelsaksische landen, en de wens om de rekening van de Grote Recessie deels bij de hoogste inkomens neer te leggen. Daarbij gaat men ervan uit dat een hoger toptarief meer belastingopbrengst oplevert, maar is dat ook zo?
Het opbrengstmaximaliserende toptarief is volgens berekeningen in deze Policy Brief in Nederland ongeveer 49%. Het huidige toptarief van 52% is daarmee iets hoger dan het opbrengstmaximaliserende toptarief. Verhoging van het huidige toptarief van 52% levert waarschijnlijk niet meer, maar juist minder belastingopbrengst op. Dat geldt ook als het toptarief wordt verhoogd vanaf een inkomen van 150.000 euro. Het opbrengstmaximaliserende toptarief wordt bepaald door de inkomensconcentratie bij de topinkomens en de mate waarin de belastinggrondslag reageert op het toptarief. Hoe lager de inkomensconcentratie aan de top en hoe sterker de krimp van de belastinggrondslag bij hogere toptarieven, des te lager het opbrengstmaximaliserende toptarief. Het opbrengstmaximaliserende tarief is relatief laag doordat de inkomensconcentratie aan de top in Nederland zeer laag is, na Denemarken de laagste in de wereld. De mate waarin de belastinggrondslag in Nederland reageert op het toptarief is volgens recente schattingen vergelijkbaar met buitenlandse schattingen.
Bij deze CPB Policy Brief zijn twee CPB Achtergronddocumenten gepubliceerd op de website van het CPB: ’Meer over de top’ en ’Estimating the Elasticity of Taxable Labour Income in the Netherlands’. Alle drie de stukken zijn tevens aanvullende informatie bij de CPB Lecture 2013, op 29 mei uitgesproken door Emmanuel Saez (Berkeley) met als onderwerp ’Top Incomes and Top Tax Rates’.