Neveneffecten van het verlenen van subsidies voor energiebesparing
In deze notitie wordt aangegeven wat onder deze neveneffecten moet worden verstaan, hoe de effecten kunnen worden gekwantificeerd, waarna ten slotte een inschatting wordt gegeven van de hoogte van de effecten bij de door de IBO-commissie onderzochte energiebesparingsregelingen.
Door het reboundeffect kan 0 tot 20% van het directe energiebesparingseffect als gevolg van toepassing van besparende technieken in het bedrijfsleven worden geneutraliseerd. Bij energiebesparingen in huishoudens kan het effect groter zijn en oplopen tot 50%. Het Baumol-effect als gevolg van subsidiëring van 'free riders' bij WKK is verwaarloosbaar. Dat wil niet zeggen dat dit effect in alle gevallen heel klein is. Het Baumol-effect is groter naar mate het percentage 'free riders' groter is, het totale subsidiebedrag groter is en het directe energiebesparingseffect geringer is.