Kansrijk Wetenschapsbeleid
Nederlandse wetenschap presteert goed; Experimenten kunnen effectiviteit van financiering verder vergroten
Financiering van wetenschap is deels een publieke taak. De voordelen van de ontwikkeling en verspreiding van wetenschappelijke kennis worden immers genoten door de hele maatschappij. Het is echter onduidelijk wat het optimale publieke investeringsniveau is, omdat er veel onzekerheid bestaat over de effecten van extra investeringen in wetenschap op de economische groei of productiviteit.
Bij de verdeling van onderzoekssubsidies is het waardevol om te experimenteren met nieuwe manieren om de beoordelingskosten te verlagen. Hierbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het afschaffen van deadlines voor beursaanvragen, of loting bij twijfelgevallen. Daarnaast worden subsidies nu vaak voorafgaand aan het onderzoek in één keer toegekend. Een testbaar alternatief is om financiering in fasen te verstrekken, zoals nu al gangbaar is bij durfkapitaal. Ook kunnen wetenschapsfinanciers experimenteren met prijsvragen en daarbij gebruik maken van de Nationale Wetenschapsagenda. Op deze manier kunnen onderzoeksmiddelen gericht worden ingezet op concrete en maatschappelijk relevante onderzoeksvragen.
In de studie beschrijft het CPB twintig potentiële maatregelen op het terrein van wetenschapsbeleid. Aan bod komen onder meer maatregelen over de positie van vrouwen in de wetenschap, het toegankelijker maken van wetenschappelijke publicaties (open access) en octrooien voor universitaire onderzoekers.
Kansrijk wetenschapsbeleid is het zevende deel uit de reeks Kansrijk Beleid. Deze reeks is een gezamenlijk initiatief van het Centraal Planbureau (CPB), het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) en het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP). In de reeks worden op verschillende terreinen de effecten van beleidsmaatregelen in kaart gebracht, ten behoeve van politici en andere beleidsmakers. Afhankelijk van het onderwerp worden de delen door één of meerdere planbureaus geschreven.
Kansrijk wetenschapsbeleid is de zevende uitgave in de serie Kansrijk Beleid. Dit deel belicht de effecten van beleidsmaatregelen op het gebied van het aantrekken van onderzoekers, de financiering van wetenschappelijk onderzoek en de benutting van wetenschappelijke kennis.
Wetenschap draagt op meerdere manieren bij aan de maatschappelijke welvaart. Het draagt bij aan innovatie en economische vooruitgang, biedt oplossingen voor bredere maatschappelijke uitdagingen en brengt nieuwe kennis voort die intrinsiek waardevol is. Wetenschapsbeleid gaat over de wijze waarop de overheid publieke middelen voor wetenschap inzet en spelregels voor wetenschappers vormgeeft. Kansrijk wetenschapsbeleid kijkt zowel naar de theoretische onderbouwing als naar de empirische kennis over de effectiviteit van beleidsmaatregelen. Om bij te dragen aan de discussie over de vormgeving van het wetenschapsbeleid bevat dit boek een actueel overzicht van de inzichten uit de economische literatuur.