7 januari 2013

De prijs van gelijke zorg

Solidariteit in de zorg onder druk

Persbericht
De solidariteit in de zorg staat onder druk door stijgende zorguitgaven. Het zorggebruik neemt toe onder alle bevolkingsgroepen, maar vooral bij mensen met een lagere opleiding. Hoger opgeleiden maken minder vaak gebruik van de zorg, terwijl zij steeds meer moeten bijdragen aan de zorgkosten van anderen.

Verlaging van de collectieve zorgkosten, bijvoorbeeld via een grotere rol voor private zorg, is een mogelijke oplossing. Dat schrijven Albert van der Horst en Harry ter Rele in de vandaag gepubliceerde CPB Policy Brief  De prijs van gelijke zorg.

Vmbo'ers en mensen met alleen basisschool doen een relatief groot beroep op zorg. Hun zorggebruik is gemiddeld over het leven gelijk aan 30%-40% van hun inkomen. In de toekomst kan dat oplopen tot 60-70%. De kosten hiervan worden deels betaald door mensen met een hogere opleiding. Gemiddeld de helft van hun bijdrage aan de collectieve zorgkosten gaat naar mensen met een lagere opleiding.

Het grote voordeel van ons huidige zorgstelsel is de gelijke toegang. Iedereen wordt zo goed mogelijk behandeld en verzorgd, inkomen speelt daarbij geen rol, zeker niet in de curatieve zorg (in de zorgverzekeringswet, Zvw). De keerzijde is dat mensen, ongeacht inkomen, niet zelf kunnen kiezen voor een zorgpakket. Rijkere mensen hebben weinig keuzemogelijkheden voor uitgebreidere of luxere behandelingen. Mensen met een laag inkomen kunnen niet kiezen voor een soberder zorgpakket ten gunste van andere bestedingen.

Het prijskaartje van de huidige collectieve zorgverzekeringen wordt steeds groter. Daarbij kunnen de nadelige effecten voor de economie oplopen, bijvoorbeeld door een afname van de totale werkgelegenheid met 5%. Mogelijke oplossingen liggen onder andere in de keuze voor een kleiner basispakket, of een hogere eigen bijdrage in de zorg.

Verlaging van de collectieve zorgkosten, bijvoorbeeld via een grotere rol voor private zorg, is een mogelijke oplossing.

Lees ook bijbehorend persbericht en het bijbehorende CPB Achtergronddocument.

De solidariteit in het Nederlandse zorgstelsel komt onder druk te staan. Mensen met een hoger inkomen dragen het meest bij aan de collectieve kosten van zorg, terwijl het zorggebruik door mensen met een lage opleiding anno 2011 groter is dan het zorggebruik door mensen met een hogere opleiding. Deze grote mate van solidariteit komt onder druk te staan als het zorggebruik verder toeneemt. De nu geldende uniformiteit in de gezondheidszorg sluit steeds slechter aan bij de wensen van zowel arme als rijke mensen. In het huidige zorgstelsel kunnen mensen met een laag inkomen niet kiezen voor een kleiner zorgpakket ten gunste van andere bestedingen en hebben mensen met een hoger inkomen weinig mogelijkheden om te kiezen voor betere zorg.

Opgeteld over de hele levensloop is het zorggebruik door mensen met alleen basisonderwijs gemiddeld ongeveer 3 duizend euro per jaar terwijl dit voor hoogopgeleiden 2 duizend euro is. Het omgekeerde patroon is zichtbaar bij de financiering. Anno 2011 draagt iemand met een hbo/wo opleiding bijna 4 duizend euro per jaar bij aan de collectieve zorgvoorzieningen en iemand met een vmbo-opleiding ongeveer 2 duizend euro.

Als het zorggebruik net zo hard blijft stijgen als in het afgelopen decennium, neemt het gemiddelde jaarlijkse zorggebruik in het leven voor mensen met alleen een basisopleiding toe van 40% van zijn inkomen in 2011 naar 70% in 2040, een toename met 6 duizend euro. Ook in een meer gematigd scenario neemt het zorggebruik met ruim 3 duizend euro toe. Dat is hoog in vergelijking met de ontwikkeling van het bruto inkomen dat in dezelfde periode met ongeveer 5 duizend euro toeneemt. Voor mensen met een hoge opleiding neemt het zorggebruik minder toe (met 2 tot 4 duizend euro), terwijl hun bruto inkomen veel sterker stijgt. Door verkleining van het basispakket of verhoging van het eigen risico kan de zorg beter worden afgestemd op individuele voorkeuren.

Stijgende collectieve zorgkosten versterken het dilemma tussen verdeling van inkomen en economische doelmatigheid. Een keuze om de lasten van de stijgende zorguitgaven vooral bij de hoge inkomens te leggen, bijvoorbeeld door de inkomensafhankelijke bijdrage aan de Zvw en AWBZ te verhogen, gaat ten koste van de economische groei. Het alternatief om de lasten gelijk te verdelen, bijvoorbeeld via een verhoging van de nominale premie, betekent dat een groot deel van de inkomensstijging voor de laagste inkomens tot 2040 opgaat aan extra uitgaven voor zorg.

Downloads

Auteurs

Albert van der Horst
Harry ter Rele

Lees meer over