19 januari 2017

Biomassa met CO2-opslag direct inzetten

Biomassa met CO2-opslag biedt unieke kansen; Aanpassing Europese richtlijn noodzakelijk

Persbericht
De rekening voor de klimaatdoelen in de EU kan substantieel lager uitvallen door biomassa direct in daarvoor speciaal te bouwen elektriciteitscentrales te vergassen en de CO2 die daarbij vrijkomt, onder de grond op te slaan. Deze inzet van biomassa levert extra emissieruimte op, omdat de CO2 die bomen en planten uit de atmosfeer opnemen, vanwege de CO2-opslag niet meer terugkomt in de atmosfeer. Om hiervan te profiteren moet de Europese Unie wel een weeffout in de zogenaamde ETS-richtlijn herstellen.

Dit blijkt uit het vandaag verschenen onderzoek ‘Biomassa met CO2-opslag direct inzetten’ van Rob Aalbers en Johannes Bollen van het Centraal Planbureau (CPB). In dit onderzoek kijkt het CPB met een economische bril naar het klimaatbeleid en dan vooral naar de rol van biomassa.
De huidige Europese richtlijn ontslaat bedrijven van de plicht om een emissierecht te overhandigen als ze de uit fossiele brandstoffen vrijgekomen CO2 ondergronds opslaan. Deze richtlijn stimuleert daardoor wel de opslag van CO2 uit fossiele brandstoffen, maar niet de opslag van CO2 uit biomassa. Bedrijven die biomassa gebruiken, zijn immers al vrijgesteld van emissiehandel, omdat ze netto geen CO2 uitstoten. Een beloning voor de onttrekking van CO2 aan de atmosfeer (negatieve emissie) ontbreekt daardoor.


Zelfs na het herstel van de weeffout in de Europese richtlijn hebben bedrijven echter geen prikkel om te investeren in deze centrales. De prijs van emissierechten is daarvoor te laag. De Europese Unie moet hier iets aan doen. Alleen als bedrijven hun emissierechten kunnen verkopen aan marktpartijen die nu niet onder het emissiehandelssysteem vallen, of als het aantal rechten in het emissiehandelssysteem drastisch afneemt, zal de prikkel om te investeren in biomassacentrales met CO2-opslag voldoende zijn. Door deze maatregelen kan de klimaatrekening dan, afhankelijk van de vraag of de EU haar emissies met 80 of 95 procent wil verlagen, met 0,3 tot 7,7 biljoen (300 tot 7700 miljard) euro omlaag. Per Europeaan kan het klimaatbeleid daarmee 500 tot ruim 15000 euro goedkoper uitvallen.


De inzet van biomassa in elektriciteitscentrales met CO2-opslag leidt, in tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, niet tot een stijging, maar juist tot een daling van de wereldwijde vraag naar biomassa. De inzet vergroot namelijk de beschikbare emissieruimte in de Europese Unie. Deze toename van de emissieruimte stelt de EU-lidstaten in staat om meer fossiele energie te gebruiken zonder daarbij de klimaat- en luchtdoelstellingen los te laten. Hierdoor neemt de energieschaarste af en is er minder biomassa en landbouwgrond nodig. Negatieve effecten op ontbossing en op de voedselproductie blijven hierdoor achterwege. Om het maatschappelijk draagvlak te vergroten kan ervoor gekozen worden de opslag te beperken tot locaties onder de zeebodem.


Merk op: het gaat bij dit onderzoek dus niet om de lopende discussie over de inzet van kolencentrales.

Erratum:
In een eerdere versie van deze Policy Brief zijn de gepresenteerde cumulatieve kosten van klimaatmaatregelen tot en met 2050 berekend met een te hoge discontovoet. Na correctie zijn deze naar boven bijgesteld. Het voordeel van biomassa met CO2-opslag valt daarmee substantieel hoger uit. Deze correctie heeft geen gevolgen voor de in het rapport gepresenteerde analyse of conclusies.
 

De totale besparing als gevolg van de inzet van biomassa in elektriciteitscentrales met CO2‐opslag bedraagt ongeveer 0,3 biljoen (300 miljard) euro als de EU haar emissies van broeikasgassen in 2050 met 80% wil verminderen en loopt op tot maar liefst 7,7 biljoen (7700 miljard) euro als de broeikasgasemissies in de EU in 2050 met 95% omlaag moeten. Per Europeaan kan het klimaatbeleid daarmee, afhankelijk van de ambities, 500 tot ruim 15000 euro goedkoper uitvallen.

De inzet van dit type negatieve emissietechnologie leidt tot een daling van de wereldwijde vraag naar biomassa. De inzet ervan vergroot namelijk de beschikbare emissieruimte in de Europese Unie. Deze toename van de emissieruimte stelt de EU‐lidstaten in staat om meer  fossiele energie te gebruiken zonder daarbij de klimaatdoelstellingen los te laten. Hierdoor neemt de energieschaarste af en is er minder biomassa en landbouwgrond nodig. Negatieve effecten op ontbossing en de voedselproductie blijven dan achterwege.

Omdat de inzet van biomassa in elektriciteitscentrales met CO2‐opslag leidt tot een stijging van het gebruik van fossiele energie, valt de verbetering van de luchtkwaliteit minder groot uit. Door technische maatregelen te nemen die specifiek luchtvervuiling tegengaan kunnen de EU‐lidstaten dit echter vrij eenvoudig ondervangen. Verder kan de Europese Unie door een verbod van CO2‐opslag op land eenvoudig tegemoet komen aan de aan CO2‐opslag verbonden veiligheidsaspecten.

Zelfs als we rekening houden met de kosten voor het weer op peil brengen van de luchtkwaliteit blijft de inzet van negatieve emissietechnologie financieel gezien zeer aantrekkelijk. Door de extra emissieruimte is er namelijk minder noodzaak om buiten de elektriciteitssector emissiereducerende maatregelen te nemen. En hoewel elektrische auto’s en nul‐op‐de‐meter‐woningen positieve effecten hebben op zowel lucht als klimaat, is de grootschalige inzet van deze opties vóór 2050 voor de maatschappij duurder dan de inzet van biomassa in elektriciteitscentrales met CO2‐opslag.

Om van deze lagere klimaatrekening te profiteren moet de Europese Unie een weeffout in het emissiehandelssysteem (ETS) herstellen. Onder de huidige ETS‐richtlijn ontvangen bedrijven die investeren in negatieve emissietechnologie namelijk geen beloning voor het opslaan van CO2. Dit in tegenstelling tot bedrijven die CO2 uit fossiele energie opslaan. Door deze weeffout te herstellen ontstaat wel een eerlijk speelveld voor alle technologieën.

Maar zelfs na het herstel van deze weeffout hebben bedrijven nauwelijks een prikkel om te investeren in dit type centrale. De prijs van emissierechten is daarvoor namelijk te laag. Alleen als bedrijven hun emissierechten kunnen verkopen aan marktpartijen die nu niet onder het emissiehandelssysteem vallen, of als het aantal rechten in het emissiehandelssysteem drastisch afneemt, zal de prikkel om te investeren in biomassacentrales met CO2‐ opslag voldoende zijn om de klimaatrekening inderdaad met 0,3 tot 7,7 biljoen (300 tot 7700 miljard) euro te verlagen.
 

ERRATUM

In een eerdere versie van deze Policy Brief zijn de gepresenteerde cumulatieve kosten van klimaatmaatregelen tot en met 2050 berekend met een te hoge discontovoet. Na correctie zijn deze naar boven bijgesteld. Het voordeel van biomassa met CO2-opslag valt daarmee substantieel hoger uit. Deze correctie heeft geen gevolgen voor de in het rapport gepresenteerde analyse of conclusies.

 

Downloads

Auteurs

Johannes Bollen