15 september 2020

Macro Economische Verkenning (MEV) 2021

Verlenging steunpakket dempt oploop werkloosheid, maar leidt ook tot groter begrotingstekort

Persbericht
In de basisraming, die ervan uitgaat dat er geen grootschalige nieuwe contactbeperkingen nodig zijn, krimpt de economie in 2020 met 5%, gevolgd door ruim 3% groei in 2021. De werkloosheid loopt op tot 6% in 2021. Dit blijkt uit de zojuist gepubliceerde Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau (CPB). De economische groeicijfers zijn iets hoger dan de in augustus gepubliceerde voorlopige raming, de werkloosheid komt in 2021 een half procentpunt lager uit. Dit komt doordat de besluitvorming van het kabinet is verwerkt, waaronder de verlenging van het steun- en herstelbeleid. Gevolg is ook dat het begrotingstekort in 2020 een half procent bbp groter is dan eerder geraamd, en in 2021 een heel procent bbp. De overheidsfinanciën blijven echter uit de gevarenzone.
nl-primary 740x420

Pieter Hasekamp, directeur CPB: “Het steunpakket heeft de klap verzacht en heeft domino-effecten in de economie voorkomen, maar een toename van faillissementen en werkloosheid is onvermijdelijk wanneer bedrijven zich moeten aanpassen aan de veranderde vraag. De effectiviteit van het steunbeleid neemt dus wel geleidelijk af. Daarom is het verstandig dat het steunpakket voorzichtig wordt afgebouwd en meer gericht wordt op aanpassing en omscholing.”

Basisraming 2019 2020 2021
Ongekende daling bbp, gevolgd door onvolledig herstel 1,7 -5,0 3,5
Werkloosheid loopt in 2021 verder op 3,4 4,3 5,9
Statische koopkracht volgend jaar lager 1,0 2,2 0,8
Ook volgend jaar nog groot begrotingstekort overheid (%bbp) 1,7 -7,6 -5,1
Schuldquote vlakt af op fors hoger niveau (%bbp) 48,7 59,9 62,0

De ontwikkeling van de pandemie is zeer bepalend voor de vooruitzichten op herstel. Om die onzekerheid recht te doen, is ook een scenario opgenomen waarin opnieuw grootschalige contactbeperkingen van kracht worden. In zo’n scenario krimpt de economie ook in 2021 en loopt de werkloosheid op richting 10%.

In 2021 komt de koopkracht in de basisraming in doorsnee wat hoger (+0,4%) uit dan in de voorlopige raming als gevolg van aanvullende lastenverlichting. In deze statische koopkrachtcijfers is niet meegenomen dat ontslagen en weggevallen omzet van zelfstandigen voor een groot aantal mensen een sterk inkomensverlies veroorzaken en dat de overheid een deel van de loonkosten heeft overgenomen.

De overheidsfinanciën hebben door de steunmaatregelen en de lagere belastinginkomsten een flinke klap gehad, maar zijn niet in gevaar. In het ‘tweedegolfscenario’ loopt de schuldquote op tot 72% bbp ultimo 2021, duidelijk onder het Europees gemiddelde en nog altijd onder niveaus die als riskant worden gezien. Daarom ligt het niet voor de hand om nu maatregelen te treffen die het tekort beperken, ook omdat dat de crisis zou kunnen verdiepen.

Coronaklap raakt zwakke plek

In de beschouwing die bij deze MEV verschijnt, vraagt het CPB aandacht voor het effect van de coronacrisis op ongelijkheid. Op de arbeidsmarkt komt het grootste deel van de klap terecht bij kwetsbare groepen, waaronder jongeren, zelfstandigen en migranten. Corona kan ook de bestaande kansenongelijkheid in het onderwijs vergroten en daarmee de inkomensongelijkheid op lange termijn versterken. Op korte termijn kan de overheid de meest getroffen groepen ondersteunen. De echte uitdaging is echter om de onderliggende kwetsbaarheden zelf aan te pakken: het verkleinen van het onderscheid tussen vast en flexibel werk, het tegengaan van schijnzelfstandigheid en van discriminatie, het verkleinen van verschillen in gezondheid en arbeidsomstandigheden. Dat komt voor de coronapandemie te laat, maar kan er wel voor zorgen dat een volgende crisis een weerbaarder samenleving treft.

Corona dempt groei productiviteit en arbeidsaanbod

Naast de MEV is vandaag een actualisatie van de middellangetermijnverkenning gepubliceerd. In de basisverkenning herstelt de economie geleidelijk van de corona-recessie. Vanwege de grote onzekerheid is er ook een dieperdalscenario doorgerekend waarin de coronarecessie grotere langdurige economische gevolgen heeft. Dit scenario sluit aan op het scenario in de MEV waarin sprake is van hernieuwde contactbeperkingen. 

De corona-uitbraak leidt tot een lager bbp-niveau in 2025 dan in de verkenning van maart. Het bbp-volume in 2025 is in de basisverkenning 4% neerwaarts herzien ten opzichte van die in maart; in het dieperdalscenario is dat zelfs 9%. De werkloosheid daalt geleidelijk tot 4,5% in 2025 in de basisverkenning maar is nog altijd meer dan 6% in het dieperdalscenario. De koopkracht neemt niet toe in 2022-2025. Het overheidstekort loopt terug tot 1,7% bbp in 2025 in de basisverkenning, maar is nog altijd meer dan 3% bbp in het dieperdalscenario. De corona-uitbraak verslechtert het houdbaarheidssaldo; volgens de huidige inschatting voor de basisverkenning is het houdbaarheidstekort 3,0% bbp.

Fan Charts september 2020

De figuren tonen zogenaamde fan charts rondom de MEV-2021-puntvoorspelling voor bbp-groei, hicp-inflatie, werkloosheid en het feitelijk EMU-saldo.

De dikgedrukte lijn betreft de realisaties (2015-2019) en de MEV-2021-puntvoorspellingen voor 2020 en 2021. Rondom het centrale pad wordt een waaier van betrouwbaarheidsintervallen getoond:

  • 30% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 35e t/m 65e percentiel, donkerblauw gebied
  • 60% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 20e t/m 80e percentiel, donkerblauw + blauw gebied
  • 90% betrouwbaarheidsinterval dat loopt van het 5e t/m 95e percentiel, donkerblauw + blauw + lichtblauw gebied

De kans is dus 30% dat de uitkomst in het donkerblauwe gebied uitkomt en de kans is 10% dat de uitkomst buiten de waaier valt. Met andere woorden, de waaier is een grafische weergave van de waarschijnlijkheid van de verschillende uitkomsten. De dikgedrukte lijn geeft de meest waarschijnlijke uitkomst weer en uitkomsten zijn waarschijnlijker naarmate ze dichter bij de dikgedrukte lijn liggen.

Lees ook het bijbehorende CPB Achtergronddocument.

Downloads

Contactpersonen

15 september 2020
Deze notitie certificeert de budgettaire ramingen van de fiscale beleidsmaatregelen in het pakket Belastingplan 2021. Het CPB heeft 24 fiscale maatregelen uit het Belastingplan 2021 getoetst. Daarvan hebben 22 maatregelen een budgettair effect. Het CPB acht de getoetste ramingen ‘redelijk en neutraal’. Budgettaire ramingen met een omvang van meer dan 50 miljoen euro en maatregelen met grote gedragseffecten of een sterk onzekere grondslag ondergingen een uitvoerige beoordeling.

Bij iedere budgettaire raming geeft het CPB een afzonderlijke inschatting van de onzekerheid. Tabellen 2.1 en 2.2 geven een overzicht van alle gecertificeerde maatregelen. In paragraaf 2 wordt de certificering van enkele specifieke ramingen toegelicht. Datzelfde geldt voor  de certificering van de onzekerheidsanalyse.

Auteurs

Maurits van Kempen
Sander van Veldhuizen
15 september 2020
Dit achtergronddocument beschrijft het doel van een schokproef voor de overheidsfinanciën, geeft een korte introductie in het model CRASH en toont de uitkomsten van een schokproef bij drie verschillende economische scenario’s in de periode 2020-2025. De cijfers in dit achtergronddocument zijn gebaseerd op de MEV 2021 (basispad).
schokproef overheidsfinancien

De kredietcrisis, de Europese schuldencrisis en de recente uitbraak van het coronavirus laten zien dat de economie en overheidsfinanciën gevoelig zijn voor extreme schokken. Ook in de toekomst zullen nieuwe schokken zich voordoen. De schokproef is bedoeld om inzicht te krijgen in de schokbestendigheid van de overheidsfinanciën aan de hand van drie financieel-economische schokscenario’s: een financiële crisis, een Europese schuldencrisis en een mondiale economische crisis. Deze schokken zijn gesimuleerd in het nieuwe economische model CRASH - Chaos and Recession After a Shock. De uitkomsten van de schokproef laten zien dat de overheidsfinanciën in korte tijd hard geraakt kunnen worden. De schuldquote loopt in twee scenario’s op tot boven de 100% bbp in 2025. Financiële buffers in de overheidsfinanciën zijn nodig om de economische effecten na een schok (grotendeels) te mitigeren.

Auteurs

Anniek Goris - Trommelen
Sander van Veldhuizen
15 september 2020
In deze MEV 2021 raamt het CPB het gemiddelde aantal bijstandsuitkeringen op 376 duizend in 2020. Dit is een stijging van 15 duizend ten opzichte van 2019. In 2021 stijgt het gemiddelde aantal verder naar 401 duizend.

Voor de bekostiging van uitkeringen op grond van de Participatiewet  ontvangen gemeenten een budget. De hoogte van het budget wordt bepaald op basis van een raming voor het aantal uitkeringsgerechtigden en de gemiddelde hoogte van een uitkering. Het CPB publiceert ramingen van het aantal bijstandsuitkeringen in het lopende en komende jaar in het Centraal Economisch Plan (CEP) in maart en in de Macro Economische Verkenning (MEV) in september.  Het uitgangspunt in de raming is de ramingsregel die het verband weergeeft tussen mutaties in de werkloze beroepsbevolking (WBB) en de mutatie in de bijstand.

Auteurs

Ernest Berkhout
Photo of Jan-Maarten van Sonsbeek
Jan-Maarten van Sonsbeek +31 88 9846162 Neem contact op Lees verder
15 september 2020
Vanaf de MEV 2021 en de Miljoenennota 2021 rapporteren het CPB en het ministerie van Financiën met een nieuwe, gezamenlijke definitie over de beleidsmatige lastenontwikkeling (blo). Zij geven hiermee inzicht in het deel van de lastenontwikkeling voor gezinnen, bedrijven en het buitenland dat door beleid wordt veroorzaakt. Met de nieuwe definitie zijn de onderlinge boekhoudkundige verschillen weggenomen en wordt het meten van de verandering in de lasten als gevolg van beleid inzichtelijker.

Tot Prinsjesdag 2020 hanteerden beiden organisaties een verschillende definitie voor de beleidsmatige lastenontwikkeling. Dit kon onder andere leiden tot situaties waarin het CPB van een beleidsmatige lastenstijging sprak, terwijl het kabinet een lastenverlichting zag of vice versa. Dit achtergronddocument is in samenwerking met het ministerie geschreven. Het beschrijft onder meer hoe de nieuwe definitie werkt.

Externe auteur: Martijn Badir (Ministerie van Financiën)

Auteurs

Maurits van Kempen
15 september 2020
Dit Engelstalige achtergronddocument introduceert het model CRASH (Chaos and Recession After a SHock) dat dient om schokproeven voor de overheidsfinanciën te maken. Met het model is het mogelijk te bestuderen hoe de impact van extreem grote externe financieel-economische schokken op de Nederlandse overheidsfinanciën samenhangt met structurele karakteristieken van de Nederlandse economie.
schokken in overheidsfinancien

Eerdere financieel-economische crisissen hebben laten zien dat de impact ervan samenhangt met structurele karakteristieken van de economie. Zo is de verwevenheid van de Nederlandse economie met andere economieën op kapitaal- en goederen- en dienstenmarkten bepalend voor de mate waarin een financieel-economische crisis de Nederlandse economie schade berokkent. Maar ook balansvariabelen spelen een rol. Om die reden modelleert CRASH niet alleen het economische gedrag van huishoudens en bedrijven, maar ook dat van de financiële sector en de pensioenfondsen en analyseert het de betekenis van de hefboom bij banken, de loan-to-value ratio’s bij huishoudens en de dekkingsgraden van pensioenfondsen bij de doorwerking op de economie en de overheidsfinanciën van extreem grote financieel-economische schokken. 

15 september 2020
Er lijkt vooralsnog weinig aanleiding om geplande investeringen in de bouw naar voren te halen. Dat stellen het Centraal Planbureau en het Planbureau voor de Leefomgeving naar aanleiding van de Investeringsagenda bouw en leefomgeving. De crisisaanpak van de Rijksoverheid op dit gebied verdient eerst een scherpe probleemanalyse, stellen de bureaus. Willen investeringen in deze coronatijd effectief zijn, dan moeten ze  gericht zijn op de sectoren waar de problemen zich voordoen. Vooralsnog zijn de problemen in de bouwnijverheid minder groot dan in andere sectoren. Te vroeg een markt stimuleren die al op de grens van zijn capaciteit zit, is inefficiënt, waarschuwen de planbureaus, want dat leidt tot concurrentie tussen projecten om het schaarse bouwaanbod. Dit heeft mogelijk prijsstijgingen tot gevolg. 
primary-image 740x420

Het CPB en PBL geven daarnaast aan dat een algemene investeringssubsidie niet per definitie zinvol is. Ook bijvoorbeeld een btw-verlaging zet geen zoden aan de dijk als er een vraagtekort is in de bouw. Specifieke subsidies, bijvoorbeeld gericht op bepaalde regio’s, kunnen wel nuttig zijn. Ook constateren de kennisinstituten dat het crisisbeleid en structuurbeleid (dat over meerdere jaren gaat) niet altijd makkelijk te verenigen zijn. 

Externe auteurs: Edwin Buitelaar (PBL),  Frans Schilder (PBL)

Auteurs

Ton Manders
15 september 2020
In de basisraming, die ervan uitgaat dat er geen grootschalige nieuwe contactbeperkingen nodig zijn, krimpt de economie in 2020 met 5%, gevolgd door ruim 3% groei in 2021. De werkloosheid loopt op tot 6% in 2021. Dit blijkt uit de zojuist gepubliceerde Macro Economische Verkenning (MEV) van het Centraal Planbureau (CPB). De economische groeicijfers zijn iets hoger dan de in augustus gepubliceerde voorlopige raming, de werkloosheid komt in 2021 een half procentpunt lager uit. Dit komt doordat de besluitvorming van het kabinet is verwerkt, waaronder de verlenging van het steun- en herstelbeleid. Gevolg is ook dat het begrotingstekort in 2020 een half procent bbp groter is dan eerder geraamd, en in 2021 een heel procent bbp. De overheidsfinanciën blijven echter uit de gevarenzone.
primary image 740x420

Economische groei in Nederland, tot en met 2021

Kerngegevenstabel 2018-2021, september 2020

Internationale economie
  2018 2019 2020 2021
Relevant wereldhandelsvolume goederen en diensten (%) 3,3 3,3 -9,3 6,8
Concurrentenprijs (goederen en diensten, exclusief grond- en brandstoffen (%) -0,8 3,0 0,2 0,0
Olieprijs (dollars per vat) 70,9 64,3 41,7 45,1
Eurokoers (dollar per euro) 1,18 1,12 1,12 1,14
Lange rente Nederland (niveau in %) 0,6 -0,1 -0,3 -0,3
Volume bbp en bestedingen
  2018 2019 2020 2021
Bruto binnenlands product (bbp, economische groei, %) 2,4 1,7 -5,0 3,5
Consumptie huishoudens (%) 2,2 1,5 -5,8 4,4
Consumptie overheid (%) 1,7 1,6 3,9 1,9
Investeringen (inclusief voorraden, %) 3,9 3,6 -8,2 6,9
Uitvoer van goederen en diensten (%) 4,3 2,7 -5,2 4,7
Invoer van goederen en diensten (%) 4,7 3,2 -3,6 5,8
Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2018 2019 2020 2021
Prijs bruto binnenlands product (%) 2,4 3,0 1,7 1,5
Uitvoerprijs goederen en diensten (exlusief energie, %) 0,9 1,0 0,6 1,1
Prijs goedereninvoer (%) 2,2 -1,1 -3,9 0,9
Inflatie (geharmoniseerde consumentenprijsindex, hicp, %) 1,6 2,7 1,4 1,4
Loonvoet bedrijven (per uur, %) (a) 1,9 2,4 4,0 0,3
Cao-loon bedrijven (%) 2,0 2,4 2,5 1,4
Koopkracht, statisch, mediaan alle huishoudens (%) 0,0 1,0 2,2 0,8
Arbeidsmarkt
  2018 2019 2020 2021
Beroepsbevolking (%) 1,2 1,6 -0,1 0,6
Werkzame beroepsbevolking (%) 2,3 2,0 -1,0 -1,0
Werkloze beroepsbevolking (niveau in duizenden personen) 350 314 395 545
Werkloze beroepsbevolking (niveau in % beroepsbevolking) 3,8 3,4 4,3 5,9
Werkgelegenheid (in uren, %) 2,6 2,2 -3,6 1,2
Overig
  2018 2019 2020 2021
Arbeidsinkomensquote bedrijven (niveau in %) 73,4 74,0 73,0 74,0
Arbeidsproductiviteit bedrijven (per uur, %) -0,1 -0,5 -1,4 2,8
Individuele spaarquote (niveau in % beschikbaar inkomen) 3,2 3,1 9,2 7,1
Saldo lopende rekening (niveau in % bbp) 10,8 9,9 8,3 7,6
Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2018 2019 2020 2021
EMU-saldo (% bbp) 1,4 1,7 -7,6 -5,1
EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp) 52,4 48,7 59,9 62,0
Collectieve lasten (% bbp) 38,8 39,3 38,0 38,7
Bruto collectieve uitgaven (% bbp) 42,8 42,4 50,3 48,3

Aanvullende kerngegevens 2018-2021

Investeringen en uitvoer
  2018 2019 2020 2021
Bruto investeringen bedrijvensector (exclusief woningen, %) 2,0 6,9 -8,9 6,8
Investeringen bedrijven in woningen (%) 9,3 1,6 -5,0 -3,1
Uitvoer van binnenslands geproduceerde goederen (exclusief energie, %) 2,2 -3,2 -3,6 4,3
Wederuitvoer goederen (exclusief energie, %) 5,2 6,9 -3,6 5,8
Prijzen,overheid, nationale cpi en contractloon marktsector (toelichting/begrippen)
  2018 2019 2020 2021
Nationale consumenten prijsindex (cpi, %) 1,7 2,6 1,5 1,5
Afgeleide nationale consumentenprijsindex (cpi, %) 1,4 1,6 1,6 1,4
Loonvoet sector overheid (%) (b) 2,6 2,3 3,6 1,8
Prijs overheidsconsumptie, beloning werknemers (%) (b) 4,0 3,2 4,6 0,6
Prijs materiële overheidsconsumptie (imoc, %) 2,3 2,5 1,5 1,5
Prijs intermediair verbruik (%) 2,4 2,3 3,0 2,2
Prijs bruto overheidsinvesteringen (iboi, %) 2,2 2,4 1,5 1,5
Prijs nationale bestedingen (%) 2,6 2,8 1,5 1,4
Prijs toegevoegde waarde bedrijven (%) 2,1 2,6 2,3 0,2
Cao-loon marktsector (%) 2,0 2,3 2,4 1,2
Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2018 2019 2020 2021
Bruto binnenlands product (bbp, in miljarden euro's) 774,0 810,2 782,5 821,6
Bevolking (in duizenden personen) 17181 17282 17410 17450
Beroepsbevolking (in duizenden personen) 9125 9267 9260 9320
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in duizenden personen) 386 349 385 525
Werkloze beroepsbevolking nationale definitie (in % beroepsbevolking) 4,8 4,3 4,7 6,4
Bruto modaal inkomen (euro) 34500 35000 36000 36500
EMU-saldo structureel (EC-methode, % bbp) 0,4 0,5 -4,7 -3,6

(a) De loonkostensubsidie NOW, en de continuïteitsbijdrage in de zorg, hebben een opwaarts effect op de loonvoetmutatie bedrijven in 2020 van 2,0%-punt en een neerwaarts effect van 1,5%-punt in 2021.

(b) De sluiting van delen van de overheid, in combinatie met doorbetaling van salarissen, en de loonkostensubsidie NOW hebben een opwaarts effect op de mutatie in 2020 van 0,9%-punt. In 2021 is er een neerwaarts effect van 0,8%-punt.

Contactpersonen

Contactpersonen