This publication is in Dutch, there is no English translation!
September 2, 2021
CPB Column - Jan-Maarten van Sonsbeek

Wie niet nadenkt over de toekomst loopt zeker achter de feiten aan

Photo of Jan-Maarten van Sonsbeek
Het CPB gaat een nieuwe toekomstverkenning maken. Daar hebben we een lange traditie in, die in 1955 begon met “Een verkenning der economische toekomstmogelijkheden van Nederland 1950-1970”. Sindsdien zijn verschillende langetermijnstudies gevolgd en de tijd is nu rijp voor een nieuwe verkenning. Die gaat over de grote trends van onze tijd: globalisering en klimaatverandering, bevolkingsgroei en technologische vooruitgang, migratiestromen en geopolitieke machtsverhoudingen, vergrijzing en individualisering. Die trends zullen onze maatschappij ingrijpend gaan veranderen en vragen om beleid dat daarop anticipeert. Dat beleid begint bij het begrijpen wat er in de toekomst op ons afkomt.
Jan-Maarten van Sonsbeek
Programmaleider of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis
Photo of Jan-Maarten van Sonsbeek

Meevallers en tegenvallers

Wie de toekomst voorspelt, loopt het risico er flink naast te zitten. De Club van Rome voorspelde in 1972 dat al binnen enkele decennia belangrijke grondstoffen zoals aardolie op zouden raken. Door zowel nieuwe vondsten als technologische vooruitgang bleek dat erg mee te vallen. In de jaren tachtig, midden in de hardnekkige economische crisis van toen, werd in Nederland rekening gehouden met een toekomst van massawerkloosheid. Nog geen decennium later groeide de economie onstuimig, gold Nederland als poldervoorbeeld voor de wereld en ontstonden er tekorten op de arbeidsmarkt. 

Soms vallen ontwikkelingen ook tegen. Eind jaren tachtig, na het vallen van de Muur en het einde van de koude oorlog, beschreef Francis Fukuyama het einde van de geschiedenis waarin de westerse democratie zou zegevieren als superieure staatsvorm. Daar denken we momenteel, met de wereldwijde opkomst van autocratieën, een stuk genuanceerder over. De recente ontwikkelingen in Afghanistan spreken wat dat betreft boekdelen. De opkomst van het internet eind jaren negentig leidde kortstondig tot een geloof in een nieuw tijdperk van oneindige groei waarin de bomen tot aan de hemel zouden reiken. Niet lang daarna knapte de internetzeepbel. 

We zien soms bedreigingen op ons afkomen die er nog lang niet blijken te zijn. De verwachting dat robots de wereld overnemen, niet alleen populair in sciencefictionfilms, is daar een voorbeeld van. We zien soms ook niet de potentie van dingen die we nog niet kennen, ook al lijken die in retrospectief zo voor de hand te liggen. Wie herinnert zich niet dat filmpje waarin eind jaren negentig aan willekeurige passagiers op een veerpont werd gevraagd of ze een mobiele telefoon zouden willen bezitten? Ze hadden daar geen enkele behoefte aan. 

Hypes en fundamentele veranderingen

Rode draad in al deze voorbeelden is dat het heel moeilijk is om buiten onze eigen kaders te denken. Zoals Geert Mak het noemde: “Niets is moeilijker dan geschiedenis herkennen als je er middenin zit”. We zijn geneigd om de kenmerken van de tijd waarin we leven te overschatten en vinden het moeilijk om uit te zoomen en het nu in een breder perspectief te plaatsen. 

Als je uitzoomt, zie je dat veel van die “missers” de plank ook weer niet zo ver missloegen. De Club van Rome was te pessimistisch over de termijn waarop problemen zouden ontstaan, maar agendeerde wel terecht de problematiek van overbevolking en uitputting van onze leefomgeving waaraan nu haast niemand meer twijfelt. De internetrevolutie leidde geen tijdperk van eeuwige groei in, maar bracht wel een van de meest fundamentele veranderingen in onze manier van werken sinds de industriële revolutie voort. Een leven zonder mobieltje kan haast niemand zich meer voorstellen, maar er is ook een tegenbeweging op gang gekomen die aandacht heeft voor de negatieve gevolgen van het continu bereikbaar zijn. 

Het kost tijd om nieuwe ideeën en technologieën op waarde te schatten en de balans te vinden tussen hype en fundamentele verandering, en tussen overoptimisme en desillusie. De doorbraak van de kunstmatige intelligentie werd al sinds de jaren zestig verwacht, maar serieuze praktische toepassingen bleven lang uit. Totdat het, vanaf het begin van deze eeuw, door de beschikbaarheid van steeds meer data en steeds grotere rekenkracht, ineens heel snel ging: van schaakcomputers tot automatische vertalingen en van spraakherkenning tot zelfrijdende voertuigen. 

Extreme scenario’s deden opgang waarin al medio deze eeuw de helft van alle banen verdwenen zouden zijn. Inmiddels is er meer rust in de analyse gekomen. Ja, de mogelijkheden van kunstmatige intelligentie zijn enorm, en nee, we hoeven niet bang te zijn dat we straks massaal werkloos thuis zitten. Naast de voordelen van het snel en efficiënt analyseren is er nu ook aandacht gekomen voor de risico’s van lerende algoritmen, zoals het bevestigen en uitvergroten van bestaande vooroordelen.

Balans

Evenwicht brengen in de toekomstanalyse, dat is wat we bij het CPB de komende jaren willen gaan doen in ons nieuwe programma langetermijnverkenningen. Op basis van gedegen analyses, met verbeeldingskracht maar ook met gezond verstand, in kaart brengen wat de toekomst voor onze maatschappij kan brengen. Zowel aan kansen als aan bedreigingen. Niet alleen vanuit de ivoren toren, maar in contact met de buitenwereld en met een open oog voor de grote thema’s van deze tijd. We hebben niet de pretentie om exact te kunnen voorspellen wat ons te wachten staat. We kunnen wel de verschillende werelden schetsen waar we in terecht kunnen komen, wat die voor ons gaan betekenen en welke keuzes we daarin nog zelf kunnen maken. Wie de toekomst voorspelt loopt het risico er flink naast te zitten. Maar wie niet nadenkt over de toekomst, loopt zeker achter de feiten aan.

Jan-Maarten van Sonsbeek

  • more about Jan-Maarten

all columns and articles

Jan-Maarten van Sonsbeek

Programmaleider of the CPB Netherlands Bureau for Economic Policy Analysis

  • more about Jan-Maarten
Get in touch