27 juli 2021

Toegenomen handel met China en Oost Europa raakt Nederlandse werknemers nauwelijks

In tegenstelling tot studies voor andere landen vinden we voor Nederland geen robuust effect op de lokale werkgelegenheid, lonen en ongelijkheid van een toenemende handel met China en de Midden- en Oost-Europese landen. Het effect is op zijn best klein, waarbij de positieve effecten van toegenomen exporten de negatieve effecten van de toegenomen importen tegengaan.
containerschip China Shipping

Een van de redenen waarom we voor Nederland verschillende resultaten vinden, is dat de Nederlandse maakindustrie al voor de opkomst van China en de Midden- en Oost-Europese landen zich heeft aangepast en daardoor minder gevoelig werd voor importconcurrentie. Daarnaast heeft Nederland collectieve loononderhandelingen, wat wellicht verklaart dat we geen effecten op de lonen vinden.

Hoewel het effect van de toegenomen handel met China en de Midden- en Oost-Europese landen op de banen in de maakindustrie beperkt is, kan het toch onzekerheid creëren voor werknemers. Het negatieve effect van importconcurrentie en het positieve effect van exportmogelijkheden op banen in de maakindustrie wijzen ook op aanpassingen in Nederlandse bedrijfstakken en regio's. De overgang van werknemers naar nieuwe soorten werk kan voor deze werknemers moeilijk zijn, omdat ze (tijdelijk) werkloos kunnen worden en mogelijk naar andere regio's moeten verhuizen.