10 juni 2015

Kortetermijnraming juni 2015

Herstel Nederlandse economie zet door

Persbericht
Het herstel van de Nederlandse economie zet door. Dit jaar groeit het bbp met 2,0% en volgend jaar met 2,1%. Dit positieve beeld is in lijn met de ontwikkelingen elders in Europa, waarbij de groeicijfers van Nederland aan de bovenkant van de bandbreedte zitten. De inflatie neemt volgend jaar weer toe met 1,2%.

De werkloosheid daalt naar 7,0% dit jaar en 6,7% in 2016. Het begrotingstekort (EMU-tekort) komt in 2016 naar verwachting uit op 0,8%.

Dat schrijft het Centraal Planbureau (CPB) in de juni-raming, die vandaag is gepubliceerd. Bekijk de bijbehorende ramingscijfers.

De Nederlandse economie groeit dit en volgend jaar met respectievelijk 2,0% en 2,1%. Alle bestedingscategorieën dragen bij aan het herstel. De relevante wereldhandel groeit met 4,0% in 2015 en met 5,2% in 2016. Deze versnelling past in het beeld van aanhoudend herstel en gaat gepaard met een versnelling van de uitvoer. In 2015 trekken ook de consumptie van huishoudens en de investeringen van bedrijven aan. De raming voor de economische groei voor dit en volgend jaar is daarmee opwaarts aangepast ten opzichte van het Centraal Economisch Plan (CEP) 2015, als gevolg van de positieve realisaties in de laatste kwartalen.

In het kielzog van de aantrekkende economie neemt de werkgelegenheid dit en volgend jaar toe. In de marktsector groeit de werkgelegenheid in 2015 met 0,9% en in 2016 met 1,5%. De werkloosheid daalt naar 625.000 dit jaar en 600.000 personen volgend jaar. De inflatie (hicp) in Nederland is evenals in de rest van Europa laag, maar neemt de laatste maanden toe door stijgende olieprijzen en een lagere koers van de euro ten opzichte van de dollar. Op basis daarvan is de raming voor dit jaar opwaarts bijgesteld naar 0,2%. Volgend jaar komt de inflatie uit op 1,2%.

Het overheidstekort neemt dit jaar af tot 1,9% bbp en volgend jaar tot 0,8% bbp. Het voortgaande economische herstel heeft een positief effect op de belastinginkomsten, terwijl er minder uitgaven zijn voor werkloosheidsuitkeringen. De lage rentetarieven drukken de rente-uitgaven van de overheid. Deze drukkende factoren worden deels geneutraliseerd door afnemende aardgasbaten. Een hogere rente en lagere gasbaten vormen dit en volgend jaar een negatief risico voor het EMU-saldo. Volgend jaar wordt het overheidstekort met 0,3% bbp verminderd door een incidentele korting op de Nederlandse afdracht aan de Europese Unie. De afstand ten opzichte van het EMU-saldo, zoals afgesproken in het Regeerakkoord, is onderliggend derhalve aanzienlijk kleiner dan de huidige raming suggereert. 
 

 

Conclusies

Lees het bijbehorende persbericht.

Fan charts

Lees het CPB Achtergronddocument, bekijk de nieuwste  fan charts.

Kerngegevenstabel 2013-2016, 10 juni 2015

Internationale economie
  2013 2014 2015 2016
Relevant wereldhandelsvolume
goederen en diensten (%)

2,2

4,0

4,0

5,2

Concurrentenprijs (goederen
en diensten, exclusief
grond- en brandstoffen (%)

-3,2

-0,8

9,9

1,8

Olieprijs (dollars per vat)

107,1

97,9

62,3

69,5

Eurokoers (dollar per euro)

1,33

1,33

1,10

1,10

Lange rente Nederland
(niveau in %)

2,0

1,5

0,3

0,3

Volume bbp en bestedingen
  2013 2014 2015 2016
Bruto binnenlands product
(bbp, economische groei, %)

-0,7

0,9

2,0

2,1

Consumptie huishoudens (%)

-1,6

0,1

1,8

1,6

Consumptie overheid (%)

-0,3

-0,4

0,1

0,9

Investeringen
(inclusief voorraden, %)

-5,3

2,7

4,8

4,5

Uitvoer van goederen
en diensten (%)

2,0

4,0

3,0

5,2

Invoer van goederen
en diensten (%)

0,8

4,0

3,0

5,6

Prijzen, lonen en koopkracht (toelichting/begrippen)
  2013 2014 2015 2016
Prijs bruto binnenlands
product (%)

1,1

1,1

1,1

1,1

Uitvoerprijs goederen en
diensten (exlusief energie, %)

0,3

-0,2

2,2

1,9

Prijs goedereninvoer (%)

-1,5

-3,1

-1,8

4,1

Inflatie (geharmoniseerde
consumentenprijsindex, hicp, %)

2,6

0,3

0,2

1,2

Contractloon marktsector (%)

1,2

1,0

1,2

1,6

Koopkracht, statisch,
mediaan, alle huishoudens (%)

-1,3

1,4

1,0

-0,3

Arbeidsmarkt
  2013 2014 2015 2016
Beroepsbevolking (%)

0,8

-0,4

0,6

0,9

Werkzame beroepsbevolking (%)

-0,8

-0,6

1,1

1,3

Werkloze beroepsbevolking
(in duizend personen)

647

660

625

600

Werkloze beroepsbevolking
(niveau in % beroepsbevolking)

7,3

7,4

7,0

6,7

Marktsector (toelichting/begrippen)
  2013 2014 2015 2016
Productie (%)

-1,1

2,1

2,6

2,9

Arbeidsproductiviteit
(per arbeidsjaar, %)

0,3

1,6

1,7

1,4

Werkgelegenheid
(in arbeidsjaren, %)

-1,5

0,4

0,9

1,5

Loonvoet (%)

2,6

1,9

0,7

2,8

Arbeidsinkomensquote
(niveau in %)

81,4

80,4

77,7

77,9

Overig
  2013 2014 2015 2016
Individuele spaarquote (niveau
in % beschikbaar inkomen)

0,6

2,0

2,4

1,2

Saldo lopende rekening
(niveau in % bbp)

8,5

9,8

10,8

10,8

Collectieve sector (toelichting/begrippen)
  2013 2014 2015 2016
EMU-saldo (% bbp)

-2,3

-2,3

-1,9

-0,8

EMU-schuld (ultimo jaar, % bbp)

68,6

68,5

67,6

65,4

Collectieve lasten (% bbp)

37,2

37,9

37,4

38,1

Aanvullende kerngegevens 2013-2016

Investeringen en uitvoer
  2013 2014 2015 2016
Bruto investeringen
bedrijvensector
(exclusief woningen %)

-2,5

2,8

5,9

6,4

Investeringen bedrijven
in woningen (%)

-9,2

5,6

10,2

3,5

Uitvoer van binnenslands
gepoduceerde goederen
(exclusief energie, %)

0,3

4,3

4,0

5,9

Wederuitvoer goederen
(exclusief energie, %)

1,5

5,0

4,4

6,4

Prijzen,overheid en cpi (toelichting/begrippen)
  2013 2014 2015 2016
Nationale consumenten
prijsindex (cpi, %)

2,5

1,0

0,7

1,4

Afgeleide nationale
consumentenprijsindex (cpi, %)

1,3

0,6

0,5

1,3

Loonvoet sector overheid (%)

0,6

2,7

0,4

2,7

Prijs overheidsconsumptie,
beloning werknemers (%)

-0,1

2,6

0,1

2,3

Prijs overheidsconsumptie,
netto materieel (imoc, %)

0,2

1,6

0,6

1,2

Prijs intermediair verbruik (%)

0,3

1,0

1,4

1,3

Prijs bruto overheids-
investeringen (iboi, %)

0,4

0,4

0,1

1,0

Prijs nationale bestedingen (%)

1,0

1,0

0,1

1,6

Prijs toegevoegde waarde
marktsector (%)

0,2

1,1

1,8

1,2

Diverse kerngegevens (in niveaus) (toelichting/begrippen)
  2013 2014 2015 2016
Bruto binnenlands product
(bbp, in miljarden euro's)

642,9

655,7

676,1

698,0

Bevolking
(in duizenden personen)

16804

16864

16935

17010

Beroepsbevolking
(in duizenden personen)

8913

8874

8930

9015

Werkloze beroepsbevolking
nationale definitie
(in duizenden personen)

708

709

690

665

Werkloze beroepsbevolking
nationale definitie (niveau,
% beroepsbevolking)

8,9

9,0

8,7

8,4

Bruto modaal inkomen
(euro)

34500

35000

35500

36500

Zowel de loonvoet marktsector, de arbeidsinkomensquote, als de individuele spaarquote is vanaf 2014 opwaarts vertekend vanwege de maatregel waarin het gebruik van stamrecht-bv's wordt beperkt. Ontslagvergoedingen worden direct aan de betrokkenen uitbetaald, in plaats van dat deze in een bv worden ondergebracht. Ontslagvergoedingen worden sinds de revisie geboekt als sociale lasten van werkgevers. De maatregel betekent een eenmalige boekhoudkundige stijging van de sociale lasten in 2014, wat een opwaarts effect heeft op de loonvoetontwikkeling in de marktsector van ruim 0,5%-punt.

De revisie van de Enquête Beroepsbevolking leidt tot een hogere werkloosheid (47.000 in 2013) en een lagere werkzame beroepsbevolking (min 80.000 in 2013). Daardoor stijgt het werkloosheidspercentage met 0,6%-punt. In andere jaren zijn vergelijkbare verschillen.

naar boven 

Economische groei in Nederland, 2008-2016

Deze grafiek toont de groei van het Bruto Binnenlands Product in Nederland van 2009 t/m 2016
De data van bovenstaande grafiek is hier te downloaden (.xls).

naar boven 

Gerelateerde publicatie

naar boven 

Contactpersonen