9 februari 2022

Analyse wijzigingsvoorstellen PvdA en GroenLinks op het coalitieakkoord

CPB rekent wijzigingsvoorstellen Pvda en GroenLinks op coalitieakkoord door

Persbericht
Het CPB heeft op verzoek van de fracties van PvdA en GroenLinks doorgerekend wat de budgettaire en economische effecten zijn van een aantal wijzigingsvoorstellen op het coalitieakkoord. Daarbij zijn dezelfde uitgangspunten gehanteerd als bij de doorrekening van het coalitieakkoord. Dat betekent dat de uitkomsten kunnen worden vergeleken, maar ook dat ze met dezelfde voorzichtigheid dienen te worden geïnterpreteerd: het is een eerste inschatting van effecten, gebaseerd op aannames voor de uitwerking. Het is onzeker of het mogelijk is alle ambities te realiseren: door capaciteitsproblemen bestaat het risico op onderuitputting, verdringing en/of prijsopdrijvende effecten.
telraam

De partijen verhogen de overheidsuitgaven, onder andere voor gratis kinderopvang, hogere lonen in de collectieve sector en een hoger minimumloon en daaraan gekoppelde uitkeringen. De intensivering op defensie en enkele maatregelen in de zorg uit het coalitieakkoord worden (deels) teruggedraaid. De partijen verhogen ook de beleidsmatige lasten, vooral voor bedrijven en in mindere mate voor gezinnen. De belasting op vermogen neemt toe. Per saldo geeft het voorstel een bestedingsimpuls van 14,7 mld euro in 2025. Dat is kleiner dan de 26,1 mld euro uit het coalitieakkoord, omdat de partijen de lasten sterker verhogen dan de uitgaven.

Het beleidspakket (coalitieakkoord + wijzigingen) leidt tot een verslechtering van de overheidsfinanciën: het overheidssaldo in 2025 bedraagt -1,8% bbp. Het effect op het overheidstekort is kleiner dan de bestedingsimpuls, doordat er doorwerkingseffecten optreden door hogere groei en werkgelegenheid, met name in de publieke sector. De bbp-groei ligt gemiddeld 0,5%-punt per jaar hoger ten opzichte van het basispad. De werkgelegenheid bij de overheid en in zorg neemt sterk toe en de werkloosheid in 2025 ligt 1,2 %-punt lager dan in het basispad. De statische koopkracht stijgt in de komende kabinetsperiode in doorsnee met 0,7% per jaar, lage inkomens profiteren meer dan hoge inkomens. De inkomensongelijkheid neemt ook op lange termijn af.

Het beleidspakket laat de financiële lasten voor toekomstige generaties toenemen, maar minder dan in het coalitieakkoord. Het houdbaarheidssaldo verslechtert met 1,9% bbp, de projectie van de staatsschuld in 2060 op basis van de huidige rentestructuur komt 0p 68%, ongeveer 40% hoger dan in het basispad. Net als bij de doorrekening van het coalitieakkoord is ook doorgerekend wat het effect is wanneer de in het coalitieakkoord als incidenteel aangemerkte uitgaven inderdaad tijdelijk blijken te zijn. In dat geval verslechtert het houdbaarheidssaldo met 1,2% bbp, de staatsschuld in 2060 komt dan 24% bbp hoger uit dan in het basispad. Tegenover deze hogere lasten staan overigens ook baten, omdat de effecten van  intensiveringen in bijvoorbeeld onderwijs, klimaat en milieu deels terechtkomen bij toekomstige generaties.

Contactpersonen

Contactpersonen

Lees meer over